School en bibliotheek – een perfect huwelijk?

META Nummer 2019/3

School en bibliotheek – een perfect huwelijk?

Geschreven door Stieve Van der Bruggen
Gepubliceerd op 04.04.2019

In META 2019/1 viel te lezen dat bijna elke hogeschoolcampus een eigen bibliotheek of leercentrum heeft. Door de services, collecties en ruimtes die de leercentra aanbieden worden ze een onmisbare partner in de noodzakelijke onderwijsondersteuning. Wanneer we spreken over het aanbieden van een eigen leercentrum voor de aanwezige opleidingen als een evidentie in het hoger onderwijs, rijst natuurlijk de vraag of dit ook zo is voor onze andere onderwijstakken. Zijn er in het kleuter-, lager- en secundair onderwijs (verplicht) bibliotheken aanwezig, en zo ja, wat is dan hun doel en functie? Worden deze diensten met dezelfde uitdagingen geconfronteerd als openbare- en hogeschoolbibliotheken? Dit artikel brengt een analyse aan de hand van een kleinschalig onderzoek en enkele bevragingen bij lokale initiatieven.

 

Dat er überhaupt een bibliotheek aanwezig is maakt duidelijk dat de directie de sector, informatie en lezen een warm hart toedraagt.

Een wetgevend en maatschappelijk kader

Voor scholen in het kleuter- en lager onderwijs is er geen verplichting tot het inrichten van een eigen bibliotheek of leercentrum. Daarnaast is er ook geen officieel ambt voorzien om een potentiële eigen bibliotheek te beheren. Gezien de nadruk op lees-, schrijf-, spreek-, en taalontwikkeling in deze levensjaren, wordt de aanwezigheid van klasbibliotheken en/of een intense samenwerking met lokale openbare bibliotheken sterk toegejuicht door beleidsmakers en onderwijskoepels.

In het secundair onderwijs wordt er krachtens het Koninklijk Besluit van 15/04/1977 in scholen die meer dan 540 regelmatige leerlingen hebben een ambt van studiemeester-opvoeder of secretaris-bibliothecaris gesubsidieerd. Dit wil zeggen dat scholen zelf het beslissingsrecht hadden om al dan niet een gesubsidieerde bibliothecaris tewerk te stellen. Omdat al sinds de jaren 1970 steeds meer nadruk werd gelegd op de integratie van onderzoeksvaardigheden, kritisch denken en zelfredzaamheid, zagen dan ook veel scholen het nut van dergelijke dienst in. Volgens een officieel antwoord op de vraag van Nelly Maes naar het schoolbibliothekenbeleid in Vlaanderen waren er op 01/01/1998 “in de scholen voor secundair onderwijs die hun personeelsgegevens elektronisch meedelen 48 secretaris-bibliothecarissen in dienst, waarvan 41 in het vrij gesubsidieerd onderwijs, zes in het gemeenschapsonderwijs en één in het officieel gesubsidieerd onderwijs. Geëxtrapoleerd naar alle scholen zijn er dus een 70-tal in het secundair onderwijs in Vlaanderen.” Daarnaast benadrukte het Departement Onderwijs dat scholen vooral ook moesten samenwerken met openbare bibliotheken. Tot op heden bestaat in het secundair onderwijs nog steeds de mogelijkheid om als school een secretaris-bibliothecaris aan te duiden. Deze functie valt volgens Onderwijs Vlaanderen onder het ondersteunend personeel van de school, waardoor de bibliothecaris — net zoals in hogescholen — gezien kan worden als een onderwijsondersteuner. Hoeveel secundaire scholen nog een eigen bibliothecaris in dienst hebben is bij publicatie van deze META niet duidelijk.

Schoolbibliotheken blijven populair

Dat nog heel wat scholen in Vlaanderen en Brussel een eigen bibliotheek aanbieden, staat als een paal boven water. Uit mijn onderzoek blijkt namelijk dat nog tamelijk veel basis- en secundaire scholen deze ondersteunende dienst op de een of andere manier aanbieden. Kleuterscholen hebben daarentegen minder vaak een eigen bibliotheek op school. Een verrassing? De redenen voor het al dan niet inrichten van een eigen bibliotheek(je) zijn divers. Enerzijds hebben basis- en secundaire scholen met enige geschiedenis vaak traditiegetrouw een eigen bibliotheek en/of collectieruimte. Ook moeten we rekening houden met het feit dat deze scholen meestal groter zijn en dus meer ruimte en lokalen hebben om plaats vrij te maken voor collectie en leesruimte. Daarnaast zijn het de leerkrachten op die scholen die moeten inzetten op bronnengebruik, onderzoek, kritisch denken, mediawijsheid, lees- en taalontwikkeling. In het kleuteronderwijs is deze lees- en taalontwikkeling ook essentieel en blijkt dat de meeste scholen als alternatief voor een volwaardige schoolbibliotheek sterk inzetten op een al dan niet wisselende klascollectie of -bibliotheek(je). Hier ga ik verderop meer op in.

Schoolbibliotheken hebben meestal een rijke traditie en geschiedenis. Vaak zijn ze nog in scholen aanwezig omdat ze enkele decennia geleden opgericht werden dankzij het Koninklijk Besluit van 1977. Je kunt veel bibliotheken zien als een traditie en erfenis uit het verleden waarvan scholen het nut blijven inzien. Deze bibliotheken zijn dan ook lokaal sterk verankerd in de school- en regiowerking. Er zijn echter enkele voorbeelden van scholen die aanvankelijk geen eigen bibliotheek hadden, maar door een samenloop van omstandigheden recent wel een eigen schoolbibliotheek oprichtten. In dit hoofdstuk gaan we kort in op twee mooie praktijkvoorbeelden uit ons Vlaamse onderwijslandschap. Meer specifiek gaat het over de bibliotheek van het Don Boscocollege in Zwijnaarde en De Lettertuin van vrije basisschool De Krekel in Gent.

Bibliotheek Don Boscocollege

Het Don Boscocollege in Zwijnaarde biedt volgens huidig bibliothecaris Gert Galle al 45 jaar een eigen bibliotheek aan. De ruimte bevindt zich op de eerste verdieping van het hoofdgebouw en is makkelijk bereikbaar voor alle leerlingen, leerkrachten en medewerkers. De ruimte is lichtrijk, aantrekkelijk en speelt met vrolijke kleuren. Naast enkele boeken- en tijdschriftenrekken zijn er voldoende tafels en stoelen aanwezig om een groot aantal leerlingen werk- en leesruimte te gunnen.

Er wordt nog sterk de nadruk gelegd op het gebruik van de naam schoolbibliotheek, stelt Gert. Dit is volgens hem duidelijk te zien in de missie en visie van hun werking. Enerzijds zetten ze in op de activatie van kennis en informatie bij leerlingen en personeelsleden van de eigen school. Het doel is om ze te stimuleren in informatieverwerking, kritisch bronnengebruik, oplossingsgericht denken en het leren argumenteren. Vervolgens wordt er via de schoolbibliotheek bijgedragen aan leesbevordering, cultuurparticipatie en levenslang leren. Ten slotte willen ze de betrokkenheid en samenwerking van de verschillende schoolgangers bevorderen. Deze ambitieuze opdracht vertaalt zich in functionele ruimtes met literatuur van allerlei aard, en in stimulerende werkplekken. Sinds september 2008 is er naast de bibliotheek een open leeromgeving voor leerlingen van de tweede en de derde graad. De bedoeling van deze leeromgeving is om zelfsturing, presentatievaardigheden, mondelinge taalvaardigheid, overleggen, gezamenlijk opzoeken, enz. te stimuleren. Binnen de open leeromgeving worden er daarvoor zes satellietklassen en een presentatiezaal gebruikt.

Naast het aanbieden van ruimte en werkplek is een duidelijke dienstverlening noodzakelijk. Het team speelt vooral in op de noden die zich stellen bij leerlingen en leerkrachten. Zo kunnen leerkrachten de bibliotheek reserveren voor lesactiviteiten. Ze kunnen gebruikmaken van de werkplekken en van de collectie, vaste computers, laptops en Ipads. Ook afwezigheden van leerkrachten worden hier opgevangen. Daarnaast blijkt de bibliotheek tijdens de middag de enige stilteplek op school, waardoor leerlingen en leerkrachten aangemoedigd worden om meer te lezen, te studeren en lessen voor te bereiden. Na de lesactiviteiten zijn de mensen hier welkom voor avondstudie. Vervolgens is de schooldienst bevoegd voor het uitlenen van allerlei audiovisuele materialen als beamers, laptops, pointers en een green screen. Ten slotte zetten de medewerkers van de bibliotheek tijdens september in op initiatielessen onderzoek, waar het belangrijkste doel is om fictieboeken terug te vinden in de catalogus en de boekenrekken.

De werking van de schoolbib zal je vast bekend in de oren klinken. Het aanbieden van werk- en studieplekken die tegemoet komen aan de diverse behoeften van de gebruikers is een kerntaak van bibliotheken en leercentra. Daarnaast is er een mooie fysieke en digitale collectie (GoPress Krantenarchief, (Jeugd)literom, De Correspondent) aanwezig die dankzij een jaarlijks toegekend budget geüpdatet wordt. Gert is als bibliothecaris verantwoordelijk voor de dagelijkse goede werking van de bibliotheek. Samen met twee collega’s zet hij zich in voor collectievorming, ontlening, ontsluiting en het ontleenbaar maken van materialen.

De bibliotheek op deze school is duidelijk een baken voor alle schoolgangers. Dat er überhaupt een bibliotheek aanwezig is maakt al duidelijk dat de directie de sector, informatie en lezen een warm hart toedraagt. Daarnaast is er een krachtige werking, die ervoor zorgt dat de school uniek is in de omgeving. Toch zijn er ook hier uitdagingen die vergelijkbaar zijn met die van bibliotheken uit andere sectoren, stelt Gert. Bibliotheekwerking is onder andere geen absolute prioriteit op school.

De Lettertuin - Vrije basisschool De Krekel

Juf Christa De Winter is de drijvende kracht achter de oprichting en werking van De Lettertuin, die bestaat sinds 31 maart 2017 in basisschool De Krekel. Volgens juf Christa is De Lettertuin een unieke combinatie van een bib, spelotheek, beleef- en ontmoetingsruimte in een school. Op de basisschool droomden leerkrachten en ouders van een plek waar het heerlijk vertoeven zou zijn tussen boeken en waar kinderen nog meer gestimuleerd zouden worden om te lezen in een fijne omgeving, stelt Christa. De Krekel vond ‘Samen school maken’ een prioriteit, dus in dit project werden verschillende stakeholders van toekomstgericht onderwijs betrokken. Denk aan ouders, externen, leerlingen en leerkrachten. Samen werd gezocht naar een concept waar bibliotheek, leren, beleven, stimuleren en dromen voor jong en oud samen konden komen. Het was al snel duidelijk dat het een inspirerende ruimte moest worden. Daarnaast werden de doelstellingen voor de uitwerking van de plannen vastgelegd: stimulatie van taalontwikkeling, ondersteunen van (voor)lezen, lees- en voorleesplezier bevorderen en ouderparticipatie verhogen.

Na heel wat denken, werk door vrijwilligers en financiële steun van de school werd De Lettertuin geopend. Leerkrachten kunnen er momenteel dagelijks met hun klas terecht om te lezen, maar ook om te vertellen met prentenboeken en kamishibai. Daarnaast wordt de belevings- en ontmoetingsruimte opengesteld voor leerlingen en ouders, zodat nieuwe contactmogelijkheden ontstaan. Vooral middagpauzes en de momenten na het beëindigen van het laatste lesuur blijken daarvoor populair. Vervolgens wil de school ook het lezen thuis stimuleren voor kinderen en ouders die de stap naar de stadsbibliotheken nog niet gezet hebben. Op deze manier hoopt de school de drempel te verlagen en de aanzet te geven om in de toekomst wel de overstap te maken naar de grote bibliotheek. Vooral taalarme kinderen en kinderen met een andere moedertaal dan het Nederlands worden op deze manier gestimuleerd om op termijn openbare bibliotheken te bezoeken. Wanneer deze openbare bibliotheken nog een stap te ver blijken te zijn, kunnen bezoekers in De Lettertuin terecht om materialen te ontlenen.

Het werd al snel duidelijk dat De Lettertuin een belangrijke rol zou moeten spelen als bibliotheek, door het aanbieden van collectie die al dan niet ontleend kon worden. Niet eenvoudig, stelde Christa. Gelukkig beschikte de school over een actief netwerk met een moeder die net een cursus gevolgd had als bibliotheekmedewerkster en een grootmoeder die als bibliothecaris gewerkt had. Uiteindelijk werd bijvoorbeeld Bidoc als uitleensysteem gekozen en werden prentenboeken geklasseerd volgens ZIZO. Met groene, gele en rode kleuren werd het leesniveau van allerlei prenten- en leesboeken verduidelijkt en spelmaterialen kregen een eigen kleurcode volgens doel. De collectie werd opgebouwd met spullen van tweedehandsmarkten en ouders schonken materialen waar hun kinderen uitgegroeid waren. De nadruk van de eigen collectie ligt op (voor)leesmaterialen, spellen en horizonverbredende boekjes.

De huidige werking van het beleefcentrum wordt vooral uitgebouwd door een erg verscheiden team. Zo houden momenteel vrijwilligers, zoals ouders, oud-collega’s en sympathisanten De Lettertuin open voor leergierige bezoekers.

De opkomst van (Open) Leercentra

Net zoals in hogescholen dienen bibliotheken in het kleuter-, lager- en secundair onderwijs om het onderwijsgebeuren kwalitatief te ondersteunen. Ze passen zich aan aan de behoeftes van de verschillende opleidingen en aan de diverse noden van hun gebruikers. Het onderwijs en de verwachtingen van de gebruikers veranderen snel, waardoor ook bibliotheken zich moeten aanpassen. In hogescholen vertaalt zich dit onder andere in de daling van het aantal klassieke bibliotheken en de opkomst van mediatheken en leercentra, die meer dan ooit tevoren de gebruiker centraal plaatsen. In basis- en secundair onderwijs is de trend vergelijkbaar: steeds meer (open) leercentra duiken op, waar de nadruk naast collectie en informatie vooral ligt op het ondersteunen van leren, creëren en inspireren van leerlingen en leerkrachten. Meer dan schoolbibliotheken zijn hier verschillende soorten werkplekken aanwezig in combinatie met divers meubilair, collectie, computers en laptops. Voorbeelden van leercentra vinden we vooral in secundaire scholen. Denk aan het Heilig-Grafinstituut in de Patersstraat in Turnhout en aan het Sint-Pieterscollege in Leuven.

Het Sint-Pieterscollege in Leuven biedt haar leerkrachten in een deel van de vroegere kapel een ingericht leercentrum aan. Je vindt er al ongeveer vijftien jaar verscheidene vaste computers, heel wat werktafels en wat boekenrekken met een fysieke collectie over een veelheid aan onderwerpen. Het leercentrum is er enerzijds voor leerlingen. Tijdens de middag kunnen leerlingen er huiswerk maken en is er toezicht, er is echter geen OLC-verantwoordelijke of bibliothecaris, en er is geen permanentie met openingsuren. Het leercentrum wordt anderzijds gebruikt voor lesactiviteiten. Zo kunnen leerkrachten het OLC boeken om les te geven op een manier die niet makkelijk kan in klassieke leslokalen. Wanneer leerlingen bv. onderverdeeld moeten worden in groepen, kunnen ze allemaal gemakkelijk plaatsnemen in deze ruimte. Daarnaast wordt deze ruimte gebruikt als alternatief voor een computerklas. Ten slotte stimuleren sommige leerkrachten het gebruik van de collectie in het leercentrum voor lesopdrachten. Zo krijgen leerlingen uit het zesde middelbaar voor het vak geschiedenis de opdracht om in groepjes het proces van Neurenberg (veroordeling Duitse oorlogsmisdadigers WOII) na te spelen. Er zijn rechters, getuigen en beklaagden. Aan de hand van de collectie en zoektijd op de computers moeten rechters aanklachten en oordelen uitwerken, advocaten moeten beklaagden verdedigen en getuigen moeten oorlogsmisdaden beargumenteren. Niet alleen is dit een voorbeeld van hoe geschiedenislessen bijblijven voor het leven, maar ook van hoe leercentra een centrale rol kunnen spelen in het onderwijsgebeuren.

Een ander voorbeeld van een Open Leercentrum vinden we in het Heilig-Grafinstituut in de Patersstraat in Turnhout. Volgens Ingrid Cornelis, OLC-verantwoordelijke, is er een 90-jarige bibliotheektraditie op de school. Eerst in de vorm van een klassieke bibliotheek die enkel voor leerkrachten opgericht werd. Vanaf 1977 kwam er een extra schoolbibliotheek bij voor de studenten van het hoger en leerlingen van het secundair onderwijs. In 2006 werden beide bibliotheken uiteindelijk omgevormd tot het huidige Open Leercentrum. Het schoolleercentrum wordt uitgebaat door twee mensen van het ondersteunend personeel van de school. Daarnaast komt er hulp uit het leerkrachtenkorps. Ze zetten vooral in op uitgebreide openingsuren, een sterke fysieke collectie en voldoende werkplekken. Er staan daarnaast drie piano’s met hoofdtelefoon ter beschikking van de gebruikers, waardoor creatieve geesten naar hartenlust kunnen oefenen. De school vindt de aanwezigheid van een flexibel eigen leercentrum een sterke troef, stelt Ingrid.

(Tijdelijke) Klasbibliotheken overwinnen

Het inrichten van een eigen bibliotheek of leercentrum kost geld, tijd en moeite. Soms is het dan ook logisch dat er naar alternatieven gezocht wordt die voldoen aan de noden op de school. Een voorbeeld van dergelijke oplossing is het inrichten van een tijdelijke of permanente klasbibliotheek. Waar volwaardige bibliotheken en leercentra vooral te vinden zijn in basis- en secundaire scholen, zijn klasbibliotheken vooral te vinden in kleuter- en basisscholen. Meestal voldoet een oude boekenkast, of een creatieve standaard, als plek voor enkele tientallen prenten- en leesboeken. In sommige gevallen financiert de school deze materialen. In de meeste situaties gaat het echter over giften of materialen die de klasleerkrachten voor langere termijn in bruikleen hebben van naburige openbare bibliotheken.

Het doel van dergelijke klasbibliotheken is evident: tijdens taallessen worden ze vaak intensief gebruikt om (voor) te lezen. Daarnaast dienen ze als inspiratiebron voor groepsopdrachten, knutsel­lessen en vrije momenten voor leerlingen. De kennismaking met — en het gebruik van — papieren boeken blijft in deze graden van ons onderwijs een essentieel gebeuren. Het is niet alleen een belangrijk middel om leerlingen te helpen ontwikkelen op tal van vlakken, het is ook een middel om hen de weg naar de openbare bibliotheken te tonen. Meer dan ooit tevoren zijn deze klasbibliotheken voor veel scholen noodzakelijk, aangezien veel kleine lokale gemeentebibliotheken verdwijnen. Sommige gemeenten ondervangen dit probleem met het inrichten van een bibbus, die kan dienen als flexibele school- en klasbibliotheek.

Noodzakelijke samenwerking

Een school kan een eigen bibliotheek, leercentrum of kleine klasbibliotheken aanbieden, maar toch is het uit een rondvraag bij lerarenopleiders en collega’s uit de sector van de openbare bibliotheken duidelijk dat scholen slechts in enkele uitzonderingen geen samenwerking hebben met de lokale bibliotheek in de buurt van de school. De samenwerking tussen school en openbare bibliotheek in Vlaanderen is heel uiteenlopend, maar is vooral zichtbaar tussen bibliotheken en basis- en kleuterscholen. De meest aangehaalde voorbeelden zijn begeleide klasbezoeken in de bibliotheek, gratis workshops voor leerkrachten en leerlingen, het ter beschikking stellen van uitgebreide collecties voor tijdelijke klasbibliotheken, gratis lidmaatschappen voor leerkrachten en leerlingen, enz.

Naast de samenwerking met openbare bibliotheken groeit de bewustwording bij scholen dat hogeschoolbibliotheken nuttige services aanbieden. Een voorbeeld is het project Teachers@bib van bibliotheken Thomas More campussen Turnhout en Vorselaar. Leerkrachten uit de nabije stagescholen en alumni van de beide campussen worden actief aangespoord om gebruik te komen maken van de uitgebreide services van de leercentra: sterke collecties lerarenopleiding, introducties in informatievaardigheden en onderzoek, enz. Daarnaast worden de leercentra gebruikt door scholen om pedagogische studiedagen te organiseren rond bv. het gebruik van (nieuwe) educatieve methodes en informatieve materialen. Wie anders dan de bibliothecaris kan hen rondleiden in alle methodes die er op de markt zijn rond bv. wiskunde of wereldoriëntatie?

Besluit

Dat de bibliotheek een basisdienst moet blijven, bleek duidelijk uit de vele positieve reacties op de Bibvooriedereen-campagne. Openbare bibliotheken moeten een sterke rol blijven spelen in onze steden, gemeenten en onderwijs, stellen velen. Ondanks het feit dat het nut van de bibliotheek an sich echter nog door sommigen in twijfel getrokken wordt, is duidelijk dat heel wat scholen in Vlaanderen het concept van bibliotheken en leercentra een warm hart toedragen. Niet alleen worden bestaande bibliotheken in de scholen zelf verder uitgebaat, er duiken ook inspirerende nieuwe leer- en beleefcentra op die het 21e-eeuwse onderwijs een niveau hoger tillen. Misschien kunnen we zelfs spreken van een lang en gelukkig huwelijk tussen onze scholen en de bibliotheeksector?

 

IMPORTANT
Open Leercentrum in het Heilig-Grafinstituut in Turnhout.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be