Wat drijft een vastbenoemd archivaris bij het Algemeen Rijksarchief (ARA) in Brussel om twee jaar loopbaanonderbreking op te nemen en voor diezelfde periode aan de slag te gaan bij de Nederlandse evenknie, het Nationaal Archief (NA) in Den Haag? Een midlifecrisis? Daarvoor ben ik nog te jong, al ben ik er me wel van bewust dat dit laatste een wat heikele uitspraak wordt. Geld? Dan had ik nooit voor de archiefsector moeten kiezen. Een briljante, meticuleus geplande carrièrestap? Ik was zeker nog niet uitgekeken op een bijzonder boeiende en veelzijdige baan in Brussel.
Het antwoord is een — zelfs voor een informatieprofessional verrassend —krachtig algoritme van een zakelijke netwerksite. Dat slaagde erin mijn profiel én mijn eerdere contacten met Nederlandse collega’s te koppelen aan een boeiende vacature bij het NA. De nieuwsgierigheid was gewekt en de sollicitatiebrief snel geschreven. Eén sollicitatiegesprek later ontving ik het bericht dat ik kon starten. Een unieke kans die ik niet kon laten liggen. Had ik zelf niet altijd met enige spijt aangegeven dat de archiefwereld toch nog scherp volgens en binnen nationale grenzen georganiseerd was? En dat internationale carrièremogelijkheden in de archiefsector bijgevolg beperkt waren?
Ik ben nu sinds mei 2018 aan de slag bij het NA en heb nog geen seconde spijt gehad van deze toch wel drastische beslissing. Want ook al zijn België en Nederland buurlanden en spreek ik de taal, de verschillen zijn groot. Dat zie je ook aan hun nationale archiefinstellingen. Van een wetenschappelijke instelling met meer nadruk op collectiebeheer en historisch onderzoek ben ik nu overgestapt naar een agentschap van een ministerie met grotere aandacht voor informatiebeheer en innovatie. Van een eigen, vintage seventies kantoor naar een flexwerkplek met hip ingericht ankerpunt, inclusief vergaderplek met schommels. Van een azerty- naar een qwertytoetsenbord. Van ‘dag!’ en ‘bonjour!’ naar ‘hoi!’. En dat zijn nog maar de oppervlakkige, meest in het oog springende verschillen. Gelukkig heb ik één houvast. Na leuke Belgische collega’s, die mij naar eigen zeggen met spijt in het hart uitgezwaaid hebben, heb ik nu fijne Nederlandse collega’s, die mij met open armen ontvangen hebben.