Met de bevraging, die van eind 2017 tot juni 2018 liep, wil Iedereen Leest meer inzicht krijgen in de leesbevorderingswerking van bibliotheken. We polsten ook naar noden wat betreft opleiding rond leesbevordering. 462 personen vulden de bevraging in. Naast bibliothecarissen (37 procent) namen ook assistenten, bibmedewerkers, onthaal- en communicatiemedewerkers deel. Samen werken zij voor 260 van de 314 openbare bibliotheken. We kregen dus informatie van acht op tien bibliotheken.
Leesbevordering ontleed
De respondenten (N=462) gaven eerst aan welke activiteiten voor hen leesbevorderend zijn. Voorleesmomenten staan met stip op één (98 procent), gevolgd door auteurslezingen (96 procent) en leesclubs (92 procent). Rondleidingen in de bib, themapakketten, Kamishibaivoorstellingen en informatieve lezingen of workshops werden door meer dan 70 procent geselecteerd. Daarnaast peilden we naar de eerste associatie met leesbevordering. Leesplezier kwam hier als winnaar uit de bus (59 procent), gevolgd door leesmotivatie (21 procent). De bibsector schaart zich dus achter de waarde en het belang van leesplezier.
Focus op basisscholen
De educatieve dienstverlening van openbare bibliotheken (N=260) lijkt vooral uitgerold voor basisonderwijs. Bijna alle bibs voorzien georganiseerde kennismakingen voor basisscholen — 12 procent zelfs enkel voor die doelgroep — en 61 procent van de bibs biedt er themapakketten voor aan. Kinderopvang en secundair onderwijs komen steevast op tweede en derde plaats. 95 procent van de bibs ziet schoolgaande kinderen dan ook als voornaamste doelgroep binnen haar leesbevorderingswerking. Toch heeft 83 procent van de bibs een babyhoek, en zullen eind 2018 meer dan 200 bibs deelnemen aan Boekstart, het leesbevorderingsprogramma van Iedereen Leest voor nul tot drie jaar.
Voor- en samenlezen
De voorleeswerking lijkt het ideale leesbevorderingsinstrument binnen het vrijetijdsaanbod: 89 procent van de bibs organiseert voorleesmomenten op structurele basis, 30 bibs hebben een voorlees-aan-huiswerking (zie META 2017/8). 66 procent heeft (samen)leesclubs voor volwassenen, 54 procent neemt deel aan KJV en 25 bibs hebben ook nog andere kinderleesclubs. Auteurslezingen buiten de schoolcontext richten zich voornamelijk tot volwassenen en één op drie bibs organiseert auteurslezingen voor kinderen in hun vrije tijd.
Vormingsaanbod
94 bibs organiseerden het voorbije jaar een vorming/workshop rond leesbevordering. Die stonden voornamelijk in het teken van voorlezen (26 procent van de bibs) en leesplezier (25 procent). Hoewel (groot)ouders de prioritaire doelgroep lijken binnen het vormingsaanbod, benaderen bibliotheken vooral de leerkracht in diens rol als leesbevorderaar (83 procent), ouders komen op de tweede plaats (59 procent).
Lokale verankering
58 procent van de bibs zit als partner of organisator in een lokaal overlegplatform. Daar wordt vooral gefocust op cultuur- of vrijetijdsparticipatie en onderwijs. Welzijn en armoede komen er in mindere mate aan bod. Bibs zien onderwijsinstellingen, kinderopvang, lokale gemeentebesturen en opvoedingsorganisaties als prioritaire lokale partners. 38 bibs schreven met hen gezamenlijke doelstellingen uit rond leesbevordering.
Een beleidsmatige aanpak
92 bibs hebben een eigen uitgeschreven beleid of visie rond leesbevordering, die overwegend door de bibliothecaris wordt opgevolgd. Opvallend: één op vier respondenten weet niet of hun bib zo’n beleid heeft. In 28 bibs zou er een eigen beleid zijn, maar vaak ontkent de bibliothecaris dit. 45 procent van alle deelnemers kent het Vlaams actieplan leesbevordering.
Inspirerende trajecten
Iets meer dan de helft van de respondenten volgde afgelopen jaren een opleiding of studiedag rond leesbevordering. Die gingen vooral in op leesplezier (bij 39 procent van de respondenten), voorlezen (36 procent), leesmoeilijkheden (24 procent) en digitaal lezen (21 procent). Thema’s als kansarmoede, participatie, meertaligheid, ouderbetrokkenheid en diversiteit in het boekenaanbod kwamen amper aan bod. Nochtans zijn dit thema’s waarover respondenten meer vorming willen. Bovendien geeft 61 procent aan nood te hebben aan langlopende vormingstrajecten.
En nu?
De bevraging geeft een eerste beeld van hoe bibs inzetten op leesbevordering. De educatieve en voorleeswerking zijn zoals verwacht vaste waarden. Er lijkt nog potentieel in het aanbod naar de voorschoolse leeftijd. Ook beleidsmatig kan de bib nog strategischer te werk gaan om met partners samen te werken. Iedereen Leest wil via inhoudelijke ondersteuning en inspiratie met de bibliotheken dergelijke uitdagingen samen aanpakken.
> Lees het volledige rapport op de vernieuwde website www.iedereenleest.be