De handen in elkaar slaan

META Nummer 2018/7

De handen in elkaar slaan

Geschreven door Elise Dewilde
Gepubliceerd op 02.10.2018
IMPORTANT
Kattenstoet – Reus Cieper. © Patrick Sinnesael in opdracht van Stad Ieper.

Op beleidsniveau stuurt men steeds meer aan op een geïntegreerde erfgoedwerking, onder andere in de beleidsteksten rond het nieuwe Cultureel-erfgoeddecreet. Dit artikel focust op de kruisbestuiving tussen immaterieel cultureel erfgoed en archiefwerking naar aanleiding van het rapport Immaterieel cultureel erfgoed en archiefwerking.

In het nieuwe Cultureelerfgoeddecreet heeft men voor het eerst in Vlaanderen systematisch oog voor de integratie van roerend en immaterieel cultureel erfgoed (ICE) in de werking van de hele erfgoedsector. Het verbinden van (de zorg voor) roerend en immaterieel erfgoed is in de praktijk niet altijd zo evident.

In 2017 werd in Vlaanderen het initiatief genomen om de verhouding tussen ICE en de archiefsector verder te verkennen door middel van een veldonderzoek bestaande uit gesprekken met vertegenwoordigers van een twintigtal archieven en een online bevraging. De resultaten van het veldonderzoek werden gebundeld in het rapport Immaterieel cultureel erfgoed en archiefwerking dat het uitgangspunt vormt voor dit artikel. Die laatstgenoemde nota is opgevat als een work in progress. In overleg met de archiefsector kan deze verder op punt gesteld worden.

Initiatiefnemer van dit veldonderzoek was tapis plein vzw. Deze organisatie zette zich jarenlang in als landelijk expertisecentrum voor erfgoedparticipatie. Vanaf 2012 kwam de focus op ICE te liggen. De organisatie zet in de periode 2017-2018 alles in de steigers voor een (door)start als Werkplaats immaterieel erfgoed. Ze tekende in op het kersverse Cultureelerfgoeddecreet om invulling te kunnen geven aan de daarin voorziene, nieuwe organisatie die de werking voor het ICE moet opnemen.

Immaterieel cultureel erfgoed… Kort de kat de bel aanbinden

Om een geïntegreerde erfgoedwerking te kunnen realiseren, moeten de actoren die focussen op een van beide types erfgoed — roerend of immaterieel — ook op de hoogte zijn van het andere type erfgoed. Tijdens het onderzoek werd bijgevolg gepeild naar de mate waarin men binnen archieven vertrouwd is met het begrip ‘immaterieel cultureel erfgoed’ en het daarbij horende beleid. Uiteindelijk bleek bij 62 procent van de bevraagde archieven de kennis over ICE minimaal te zijn. Het is dan ook aangewezen kort de kat de bel aan te binden.

De sleutel om meer inzicht te verwerven in het concept is de UNESCO-Conventie For the Safeguarding of the Intangible Cultural Heritage uit 2003 en de daarbij horende operationele richtlijnen. België ratificeerde deze Conventie in 2006. De Vlaamse overheid formuleerde daaropvolgend, in 2010, haar eigen visie met de nota Een beleid voor immaterieel cultureel erfgoed in Vlaanderen. Een actualisering van die nota staat momenteel op stapel.

UNESCO definieert intangible cultural heritage als volgt: “Het immaterieel cultureel erfgoed betekent zowel de praktijken, voorstellingen, uitdrukkingen, kennis, vaardigheden als de instrumenten, objecten, artefacten en culturele ruimtes die daarmee geassocieerd worden, die gemeenschappen, groepen en, in sommige gevallen, individuen erkennen als deel van hun cultureel erfgoed. Dit immaterieel cultureel erfgoed, overgedragen van generatie op generatie, wordt altijd herschapen door gemeenschappen en groepen als antwoord op hun omgeving, hun interactie met de natuur en hun geschiedenis, en geeft hen een gevoel van identiteit en continuïteit, en bevordert dus het respect voor culturele diversiteit en menselijke creativiteit. In deze conventie wordt uitsluitend rekening gehouden met het immaterieel cultureel erfgoed dat zowel compatibel is met bestaande internationale instrumenten voor mensenrechten als met de vereiste van wederzijds respect tussen de gemeenschappen, groepen en individuen, en met duurzame ontwikkeling.”

Voor men iets als ICE kan benoemen, moet het eerst aan een aantal (rand)voorwaarden voldoen: Het gaat steeds om gewoontes, gebruiken, kennis of praktijken die deel uitmaken van het leven van vandaag en nog actief gebruikt, uitgevoerd en beoefend worden. Het is niet-tastbaar erfgoed. Bovendien is er een erfgoedgemeenschap die het erkent als deel van haar cultureel erfgoed, die er een erfgoedwaarde aan toekent. Er moet dus vandaag een gemeenschap, groep (of in sommige gevallen een individu) achter staan, die het voldoende belangrijk acht om het door te geven aan volgende generaties. Tot slot is het ook dynamisch. Het evolueert in de tijd en door interactie met de omgeving. Zo krijgt het nieuwe betekenissen en kan het gebruik of de functie veranderen.

De groeiende aandacht voor ICE brengt in de archiefsector soms onduidelijkheden, misvattingen en discussiepunten met zich mee. Zo bestaat de veronderstelling dat een immaterieel-erfgoedpraktijk op regelmatige basis in de tijd moet terugkeren (bv. een jaarlijks evenement). Het kan echter evengoed gaan om de garnaalvissers te paard die uitgaan wanneer het tij goed zit.Het is bovendien geenszins de bedoeling om iets geforceerd in stand te houden, in tegenstelling tot wat soms gedacht wordt.

ICE wordt soms ook verward met andere vormen van niet-materieel erfgoed, zoals herinneringen, ervaringen, meningen, gevoelens, mondelinge geschiedenis, tijdsgeest, mondelinge bronnen, (collectieve) geschiedenis, niet meer levende tradities, het kader waarbinnen de gewoonte, het gebruik, de kennis of de praktijk is ontstaan, niet-tastbare aspecten van tastbare collecties (bv. geluid) en waarden toegekend aan erfgoed. Stuk voor stuk zijn dit ook betekenisvolle invullingen van (niet-tastbaar) erfgoed, maar deze aspecten vallen niet onder de noemer van ICE volgens de definities van UNESCO en de Vlaamse overheid. Een heldere definiëring van termen is belangrijk.

Tot slot zou er verwarring kunnen ontstaan rond taal en religie. Taal en religie — dezelfde redenering zou gevolgd kunnen worden voor levensbeschouwelijke ideeën/gedachtegoed — vallen op zich buiten de Conventie. De praktijken en uitdrukkingen die voortvloeien uit religies kunnen echter wel ICE zijn. UNESCO heeft een specifiek programma rond taaldiversiteit, maar ziet taal wel als een medium of vehikel waarmee ICE doorgegeven kan worden aan volgende generaties.

Definities zijn één ding. Het aanhalen van concrete voorbeelden is een andere zaak. UNESCO deed dan ook een poging om het concept concreter te maken en onderscheidt oral traditions and expressions (bv. spreuken, gebarentaal en legendes), performing arts (bv. beiaardcultuur en circustechnieken), social practices, rituals and festive events (bv. een stoet en kermis), knowledge and practices concerning nature and universe (bv. het telen van grondwitloof en kruidengeneeskunde) en tot slot traditional craftmanship (bv. houtbewerking en kantklossen). Deze categorisering is niet-exclusief. Het kan naar eigen inzicht aangevuld worden, bv. met eetcultuur, sport en spel enzovoort. De oplijsting van de vijf domeinen is vooral een poging om dit niet-tastbare erfgoed wat tastbaarder te maken voor de betrokkenen die ermee aan de slag willen.

UNESCO en de Vlaamse overheid geven de toon aan

Zowel UNESCO als de Vlaamse overheid wijzen op de sterke onderlinge verwevenheid van immaterieel en roerend erfgoed. UNESCO stelt daarenboven expliciet dat er een belangrijke rol weggelegd is voor bibliotheken, documentatiecentra en archieven op het vlak van ICE. Ook voor de Vlaamse overheid spelen de collectiebeherende organisaties een grote rol in de geïntegreerde erfgoedbenadering.

Uit de eerder aangehaalde operationele richtlijnen — met andere woorden de uitvoeringsbesluiten bij de Conventie — enerzijds en de bovenvermelde visienota (2010), de conceptnota Naar een duurzame cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen, Een langetermijnvisie voor cultureel erfgoed en cultureel-erfgoedwerking in Vlaanderen (2016), het Cultureelerfgoeddecreet en de daarbij horende Memorie van toelichting (2017) en de Strategische Visienota Cultureel Erfgoed (2017) anderzijds, kunnen zelfs enkele concretere richtlijnen voor de archiefsector geëxtraheerd worden:

•    De functies (herkennen en verzamelen, behouden en borgen, onderzoeken, presenteren en toeleiden, participeren) opnemen voor ICE, aansluitend bij het collectieprofiel (o.a. breed kijken, linken leggen tussen het materiële en het immateriële).
•    Roerend erfgoed verbonden met ICE opnemen in de collectie.
•    Aandacht hebben voor het doorgeven van kennis en vaardigheden, naast de zorg voor de sporen van ICE.
•    Een breed netwerk realiseren dat gerichte expertise en dienstverlening met betrekking tot ICE aanbiedt.
•    Bewustmaking rond ICE, communiceren over het belang van ICE via ICT, informatie verschaffen over ICE.
•    De UNESCO-lijsten en het register, die opgesteld werden naar analogie met de werelderfgoedlijst, ruimer bekend maken en verspreiden.
•    Gegevens over ICE in het algemeen verzamelen, documenteren, archiveren en bewaren.
•    De link tussen immaterieel en roerend erfgoed benoemen en documenteren en een beschrijving van ICE opnemen in onder andere inventarissen en overkoepelende databanken.
•    Participeren in het immaterieel-erfgoedplatform (www.immaterieelerfgoed.be).
•    Erfgoedgemeenschappen betrekken en een participatieve aanpak realiseren bij activiteiten gelieerd aan ICE, immaterieel-erfgoeddragers betrekken bij het beheer van erfgoedinstellingen, participatieve systemen opzetten voor lokale ontwikkeling.

Niettemin erkent de Vlaamse overheid dat de geïntegreerde erfgoedbenadering nog geen evidentie is en dat collectiebeherende organisaties zoekende zijn. Het is een van de uitdagingen voor de toekomst. Onder andere in dat kader voorziet het nieuwe Cultureelerfgoeddecreet een nieuwe cultureel-erfgoedorganisatie die de werking opneemt voor ICE. Het coördineren van de verschillende actoren die een rol opnemen inzake ICE, met bijzondere aandacht voor collectiebeherende organisaties, zal dan ook een van haar taken zijn. Ze wordt verwacht in te zetten op — onder andere — bewustmaking, kennisdeling, inspireren, aanleveren van methodieken en op samenwerking op landelijk en internationaal niveau.

Vissen naar de mogelijkheden

Nieuwe problematieken vragen om discussie, experiment en het delen van ervaringen. Het veldonderzoek was alvast een uitnodiging daartoe. Tijdens de bevraging kwamen al enkele ideeën, vragen en bedenkingen naar voor, waarop verder gebouwd kan worden. “Hoe?” is één van die centrale vragen. “Hoe doe je dat concreet?”, “Hoe getuig je van een echte immaterieel-erfgoedwerking?”, “Hoe voldoe je aan de verwachtingen van de overheid?” en “Hoe pakken we een specifiek aspect aan?” Het rapport is bedoeld als aanleiding om de zoektocht naar de mogelijkheden verder te zetten. Ondersteuning en samenwerking is aan de orde.

In het rapport staat alvast een eerste, veralgemeend en beknopt overzicht van acties uit het verleden en ideeën voor de toekomst die tijdens het onderzoek naar voor kwamen. Onder de volgende titel worden enkele praktijkvoorbeelden uitgelicht.

De archiefsector ziet, naast mogelijke voordelen, ook een aantal elementen die archieven ervan weerhouden om (zelf) (meer) op ICE in te zetten en/of die het moeilijker maken. Het zal zaak zijn te bekijken of en op welke manier die drempels overwonnen kunnen worden. Ze komen uitgebreid aan bod in het rapport. In grote lijnen gaat het om deze punten:

•    Eigenschappen die kenmerkend zijn voor de werking van archieven (bv. in tegenstelling tot  het feit dat ICE levend erfgoed is, de eigenheid van publiekrechtelijke archieven, enz.).
•    De capaciteit (tijd, personeel, middelen, te veel werk of uitdagingen, andere prioriteiten).
•    Het feit dat het iets nieuws is, buiten de comfortzone en/of iets waar weinig kennis over is.
•    Principes (bv. het idee dat ICE-werking inmenging in een levende erfgoedpraktijk met zich meebrengt).
•    Negatieve ervaringen uit het verleden.
•    Drempels gelieerd aan de omgang met het grote publiek en de erfgoedgemeenschappen (bv. er leeft weinig erfgoedbewustzijn bij mensen buiten de erfgoedsector).
•    Moeilijkheden om ICE te koppelen aan de eigen collectie of het eigen werkingsgebied.

Tijdens de gesprekken werd ook een mogelijke rolverdeling binnen de sector aangekaart. Kan er met andere woorden uitgegaan worden van de sterktes van de verschillende actoren in de erfgoedsector? Erfgoedcellen, musea, expertisecentra en kringen voor heemkunde, oudheidkunde en/of geschiedenis worden in de archiefsector soms gezien als actoren die elk een specifiek takenpakket kunnen opnemen op het vlak van ICE of die eventueel kunnen optreden als trekker. Geïntegreerde erfgoedwerking krijgt hier, naast de betekenis van het zorg dragen voor de verschillende types erfgoed door één organisatie, ook de betekenis van het in het erfgoedveld samen opnemen van taken voor roerend en immaterieel erfgoed. In ieder geval moet in de toekomst goed nagedacht worden over mogelijke samenwerking en afstemming.

Met ICE aan de slag?

In het buitenland: Letland

Alvorens enkele Vlaamse praktijkvoorbeelden uit te lichten, kijken we even over de landsgrenzen. Op zoek naar inspiratie in het buitenland vallen de ontwikkelingen in Letland op. Sinds een aantal jaar staat het Institute of Literature, Folklore and Art (universiteit van Letland) aan de leiding van een netwerk van tradition archives uit Noorse en Baltische landen. Een van de doelstellingen van het netwerk is “to maintain the close cooperation with pan-European and wordwide organisations dealing with the intangible cultural heritage, especially the materials of traditional culture.” De trekker van dit netwerk organiseerde in 2017 samen met de National Archives of Latvia en de Section on University and Research Institution Archives van de International Council on Archives de conferentie Cultural Heritage Materials, University, Research and Folklore Archives in the 21st Century. Hoewel de term ‘folklore’ zeker geen één-op-één-relatie heeft met het ICE-concept, denkt men in Letland wel degelijk vanuit een ICE-invalshoek: “Its [van de conferentie] main focus was on the folklore archives and archival methodology regarding intangible cultural heri­tage.” Het recent verschenen 36e nummer van Letonica, On Tradition Archives and More, vormt de neerslag van die conferentie.

Aansluitend bij dit internationale luik is er de verkenning van de relatie tussen musea en immaterieel erfgoed en het daarbij horende Europees project Intangible Cultural Heritage and Museums Project (IMP) (https://www.ichandmuseums.eu/). Dit internationaal expertise-uitwisselingsproject werd via Europese subsidies op initiatief van tapis plein/Werkplaats immaterieel erfgoed opgestart, in samenwerking met partnerlanden Nederland, Frankrijk, Zwitserland en Italië. Werkplaats immaterieel erfgoed verkent in 2018-2019 of dergelijk project ook voor archieven mogelijk is.

Immaterieel erfgoed en de archiefsector in Vlaanderen

Het is tot slot interessant nog enkele acties uit de archiefsector in Vlaanderen, die tijdens de gesprekken aan bod kwamen en getuigen van een focus op het borgen van ICE, uit te lichten. Acties uit het verleden kunnen inspirerend werken en een stimulans tot experiment zijn voor anderen.

Zo lanceerden het Stadsarchief en de Openbare Bibliotheek van Poperinge, naar aanleiding van het tienjarig bestaan van de Letterbeek, een verkiezingsoproep via Facebook rond het mooiste woord van Poperinge. Keppesleppe — vleikous — kwam als winnaar uit de bus. De ingezonden woorden werden op de ramen van het gebouw geschilderd. De actie kreeg vrij veel persaandacht en had positieve gevolgen voor de facebook­pagina.

Het Stadsarchief van Waregem is betrokken bij het borgen in enge en brede zin van twee ICE-praktijken in hun werkingsgebied: Waregem Koerse Feesten en Memorial Day. Beide elementen zijn opgenomen op de Inventaris Vlaanderen voor Immaterieel Cultureel Erfgoed. De daarbij horende borgingsacties zijn terug te vinden op www.immaterieelerfgoed.be. Een educatief project voor scholen rond Memorial Day is hier één voorbeeld van. Het stadsarchief stelde een brochure op als vertrekpunt voor leerkrachten. Honderden leerlingen werken zo jaarlijks via verschillende opdrachten rond de herdenking van de Amerikaanse slachtoffers van WOI. Via een platform wordt materiaal uit de collectie ter beschikking gesteld.

Voor Cultureel Erfgoed Annuntiaten Heverlee was het erfgoeddagthema Rituelen de ideale aanleiding om iets te doen rond Chrysostomos of de 100 dagen-viering en dit vanuit een participatieve invalshoek. De door de Vlaamse overheid erkende culturele archiefinstelling, verbonden met het gelijknamig instituut in Heverlee, vroeg aan de leerlingen uit het vijfde jaar uit de kunstafdeling — die de traditie het jaar daarna zouden verderzetten — om de leerlingen uit het zesde jaar te volgen. De actie resulteerde in een filmpje dat, samen met ander materiaal, tentoongesteld werd op Erfgoeddag onder de titel Bij de duizend maagdekens: rituelen achter kloostermuren.

Samen

Het past hier terug te verwijzen naar de titel van dit artikel. Het rapport en dit artikel over het samenbrengen van immaterieel erfgoed en archiefwerking zijn eerste stappen in de richting van een gezamenlijk traject van praktijk- en kennisuitwisseling, experiment en discussie over deze nieuwe uitdaging in de Vlaamse erfgoedsector en daarbuiten.

Rapport Immaterieel cultureel erfgoed en archiefwerking
De link naar het rapport vind je terug op immaterieelerfgoed.be (http://www.immaterieelerfgoed.be/ -> Praktijk -> Thema -> Immaterieel erfgoed en archiefwerking). Het rapport bevat, naast algemene info over immaterieel erfgoed, een analyse van de verwachtingen van UNESCO en de Vlaamse overheid ten opzichte van de archiefsector. In een tweede deel wordt ingegaan op de resultaten van het veldonderzoek (2017), met onder andere de kennis van en de visie over immaterieel erfgoed in de archiefsector en de mogelijkheden en drempels bij een werking daaromtrent.

 

Immaterieel cultureel erfgoed: wat is het niet?
Uitgaande van de definities van UNESCO en de Vlaamse overheid, zijn er een aantal zaken die niet onder de noemer ‘immaterieel cultureel erfgoed’ vallen. Dit zijn gewoontes, gebruiken, kennis en praktijken:
•    die geen deel meer uitmaken van het leven van vandaag en enkel gekend zijn omdat ze in het verleden in bronnen werden vastgelegd of omdat iemand er nog over kan vertellen op basis van herinneringen;
•    die nu niet erkend worden door een erfgoedgemeenschap als deel van haar cultureel erfgoed;
•    die niemand belangrijk acht om door te geven aan volgende generaties;
•    die niet (meer) veranderen en dus statisch zijn.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be