Classificaties in Duitse bibliotheken

META Nummer 2018/7

Classificaties in Duitse bibliotheken

Geschreven door Piet de Keyser
Gepubliceerd op 02.10.2018

Het boek Klassifikationen in Bibliotheken wil een leemte in de vakliteratuur opvullen; er waren nl. nog geen globale overzichten van bibliotheekclassificaties in het Duitstalig gebied (Duitsland en Oostenrijk, hoewel het voornamelijk over Duitsland gaat). Het werd een verzameling van acht afzonderlijke bijdragen, geschreven door diverse experten. Na een inleidend theoretisch hoofdstuk en een historisch overzicht volgen drie hoofdstukken over belangrijke universele classificaties: de Dewey Decimal Classification (DDC), de Universele Deci­male Classificatie (UDC) en de Regensburger Verbund­klassifikation (RVK) en een hoofdstuk waarin de diverse classificaties in openbare bibliotheken besproken worden. Het geheel wordt dan afgesloten met een bijdrage over het nut van classificaties en met een bijdrage over semantische interoperabiliteit tussen classificaties en andere systemen.

In Duitsland heerst een grote verscheidenheid aan classi­­ficaties, en de auteurs beperken zich dan nog tot algemene. Het land heeft ook een lange traditie in die zin; zelfs in de DDR is men er niet in geslaagd tot eenheid op dit gebied te komen, hoewel de overheid er gemakkelijk dwingend kon optreden. De verklaring daarvoor ligt voor de hand: het is nu eenmaal een immense en dus dure onderneming om de grote bibliotheekcollecties om te nummeren.

Ook in openbare bibliotheken is er geen sprake van een eengemaakt systeem, tenminste niet in Duitsland: in Oostenrijk is de Österreichische Syste­matik für öffentliche Biblio­theken (ÖSÖB) wel vrij algemeen verspreid. Voor Duitsland worden in het hoofdstuk over openbare bibliotheken alleen de grotere behandeld: de Systematik für Bibliotheken (SfB), de Allgemeine Systematik für Öffentliche Bibliotheken (ASB), de Systematik der Stadtbibliothek Duisburg (SSD) en de Klassifikation für Allgemeinbibliotheken (KAB). En alsof dit nog niet genoeg is, blijken er daarnaast nog twee ideologisch geïnspireerde classificaties in gebruik te zijn: de Sachbuchsystematik für Katholische öffenliche Büchereien (SKB) en de Systematik für evangelische Büchereien (SEB). Niettegenstaande het feit dat er dus keuze zat is, stelt de auteur van dit stuk vast dat sommige bibliotheken pogingen blijven ondernemen om een eigen classificatie te ontwerpen, terwijl ze anderzijds voortdurend klagen over gebrek aan personeel. Hij merkt daarbij fijntjes op dat ze beter hun middelen zouden investeren in de frontoffice in plaats van in de backoffice. De algemene tendens in openbare bibliotheken is een min of meer uitgesproken evolutie in al de genoemde classificaties naar wat de auteur Reader-Interest-Klassifikation noemt: een meer op de noden en behoeften van de gebruiker gebaseerde classificatie, te vergelijken met wat wij in onze bibliotheken kennen in de vorm van ZIZO. Ook in Duitsland zette die tendens zich in op het einde van vorige eeuw. Hierbij merkt de auteur terloops op dat er eigenlijk niet onderzocht is of deze classificaties wel echt stroken met de verwachtingen van de gebruikers.

Het inleidende hoofdstuk over classificatietheorie is vrij klassiek, maar niet echt diepgaand of vernieuwend. Waar de auteur ervan het heeft over de notatie, spreekt hij in een bepaalde passage over Hospitalität in array en Hospitalität in chain: deze begrippen komen van de Indische theoreticus S.R. Ranganathan, die er terecht nogal fier op was omdat hij daardoor een betere greep kreeg op de gekende eis dat de notatie voldoende hospitaliteit moet toelaten. De auteur verwijst niet naar Ranganthan — van wie hij overigens nog wel meer zou kunnen leren. In een latere bijdrage komen deze begrippen nog eens ter sprake, met verwijzing naar het theoretische hoofdstuk, echter weer niet naar Ranganathan.

Veel inspirerender zijn de laatste hoofdstukken, namelijk dit over het nut van classificaties en dit over interoperabiliteit. In de bijdrage over het nut worden tal van toepassingen besproken van catalogi en discovery services die classificaties gebruiken als zoekinterface, wat wij in Vlaanderen bijvoorbeeld ook kennen in de UDC zoekboom bij de VUB-catalogus. Het is een fraaie verzameling van Duitse en internationale voorbeelden van catalogi waarbij je door de collectie kunt browsen aan de hand van de classificatie, aangevuld met leuke toepassingen die verbanden proberen te leggen binnen de collectie door visuele voorstellingen gebaseerd op die classificaties. De auteurs zijn echter wel zo realistisch om in te zien dat dit hoe dan ook tot beperkte resultaten leidt doordat de meeste collecties niet volledig door classificaties ontsloten zijn en dat de hoofdreden om classificaties te gebruiken, namelijk om de collectie te ordenen, het zogenaamde mark and park, ongewijzigd blijft. Het laatste hoofdstuk, namelijk dat over interoperabiliteit, is met grote kennis van zaken geschreven en is zeker een aanrader voor wie in dit onderwerp geïnteresseerd is. Het behandelt de problematiek van de verscheidenheid van classificaties binnen de wereld van de linked data. Daarbij worden ook belangrijke standaarden als ISO 23964-2 en SKOS besproken.

De overige hoofdstukken, die zich in het midden van het boek bevinden, en waar eigenlijk wel het accent op valt, bespreken de drie grote classificaties: DDC, UDC en de RVK. DDC is een vrij recent verschijnsel in Duitse bibliotheken: pas sinds het einde van vorige eeuw kreeg men er interesse voor en wel om op die manier voordeel te halen uit de wereldwijde ontsluiting van literatuur door middel van DDC. Het was ook een poging vanuit de Deutsche Nationalbibliothek om een alternatief te bieden voor de verscheidenheid aan systemen. De keuze voor DDC is daarbij toch niet zonder problemen, zoals de auteur terecht opmerkt. DDC blijft sterk Angelsaksisch georiënteerd, iets wat in de internationale literatuur over vooroordelen in classificaties al in tal van artikels uitvoerig beschreven is. Dewey was bijzonder opgetogen over zijn ontwerp met tien hoofdklassen die telkens weer verder in tien onderverdeeld werden, maar anderhalve eeuw later is dit een te strak keurslijf. De geschiedenis van het hoofdstuk over UDC is een beetje vreemd. Al in het voorwoord wordt vermeld dat de oorspronkelijke bijdrage van de hand van een erkende UDC-specialist ter elfder ure teruggetrokken werd en dit wordt ook nog eens herhaald door de auteur van de tekst die deze bijdrage vervangt. Op die manier wordt de auteur gebrandmerkt als tweede keuze, hoewel ze zich behoorlijk van haar taak gekweten heeft. Twee auteurs hebben het tenslotte uitgebreid over de voor Duitsland belangrijke RVK. Ze vervallen daarbij echter in een ellenlang saai overzicht van de afzonderlijke hoofdrubrieken. Je moet al een uitgesproken interesse voor RVK hebben om dit allemaal te willen lezen.

Bij dit boek vallen een paar minpunten te noteren. Er is bijvoorbeeld geen register; dit maakt het moeilijk om iets terug te vinden (welke classificatie was nu weer gebaseerd op de Nederlandse Basisclassificatie? Bladeren dan maar tot je het vindt). Ook is het spijtig dat het hoofdstuk over RVK zo saai uitvalt. Ik vrees ook dat er niet veel collega’s 59,99 euro neertellen om een boek van 278 bladzijden in het Duits te lezen. Niettemin is dit overzicht van de geschiedenis en de situatie in Duitsland een bijzonder interessante aanvulling op de internationale vakliteratuur over classificaties. Voor zijn in 2011 verschenen boek Library Classification Trends in the 21st Century berekende de Indische onderzoeker Rajendra Kumbhar dat er in het eerste decennium van deze eeuw gemiddeld bijna 300 artikels en drie boeken per jaar over classificaties verschenen. Hij beperkte zich daarbij tot de Engelstalige vakliteratuur en dat is ook wel wat onderzoekers meestal doen als ze dit onderwerp willen bestuderen — tenzij ze bijvoorbeeld Duits kunnen en willen lezen.

Piet de Keyser,
UC Leuven-Limburg


Theorie, Anwendung, Nutzen / Heidrun Alex, Guido Bree und Ulrike Junger. – Boston : De Gruyter Saurer, 2018. – 278 p. – (Bibliotheks- und Informationspraxis ; Bd. 53). – ISBN 978-3-11-029904-5

IMPORTANT

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be