Op het moment van dit interview zijn de sporen van de verkiezing nog niet verdwenen: wie bibliotheek De Kimpel binnengaat, wordt verwelkomd door posters waarop het feest is losgebarsten. “De Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel? Ja!” De Bilzenaren zijn met reden trots op hun bibliotheek, die zich onder één dak bevindt met het cultuurcentrum en een zwembad als buur heeft. De bibliotheek ademt frisheid, met een nieuw interieur, gezellige hoeken en een mooi tentoongestelde collectie. Maar toch, om de titel van beste bibliotheek te verdienen moet er wel een sterk concept zitten achter die glimmende verschijning. Dus vroegen we het hen zelf, wat maakt hun bib tot beste bibliotheek?
Zullen we starten met een voorstellingsronde?
Jannie: Ik ben Jannie Nijssen, sinds 2015 bibliothecaris van deze mooie bibliotheek. Ik werkte voordien als cultuurbeleidscoördinator voor de stad Bilzen, waarbij ik een heel andere jobinhoud had. Bij mijn aanvang was de bibliotheek net gehuisvest in dit nieuwe complex, dat heel veel mogelijkheden biedt om op andere vlakken dan de traditionele bibliotheekwerking in te zetten. Zo leggen we graag de nadruk op cultuurbeleving in de bib.
Steven: Mijn naam is Steven Van Hissenhoven. Sinds eind 2013 werk ik voor de bib als deskundige digitale bibliotheek. Ik startte net voor de verhuis van de bibliotheek om de overgang mee te begeleiden, vooral op digitaal vlak. Denk maar aan de invoering van RFID-systemen en andere digitale toepassingen en activiteiten die we organiseren, daar werk ik aan.
Maaike: Ik ben Maaike Swennen, collectieverantwoordelijke van de openbare bibliotheek Bilzen en ook fris aan de slag sinds de zomer van 2015. Ik mag de boeken aankopen en ik ben van ons drie degene die het meest met de dagelijkse werking, het baliewerk en het boekenaspect, bezig is.
Steven richt zich op het digitale aspect, Maaike op de collectievorming. Elke collega in jullie team heeft zo zijn of haar specialiteiten?
Jannie: Ik denk dat die duidelijke eigen sterktes de kracht vormen van het team dat we nu hebben. De medewerkers hier rond de tafel bekijken de bibliotheek vanuit drie heel verschillende invalshoeken en ik denk dat dat net versterkend werkt. Dat merkten we ook bij de deelname aan de wedstrijd De Beste Bibliotheek van Vlaanderen en Brussel, waar we vooral met ons drie de schouders onder zetten. In totaal werken er tien medewerkers in de bibliotheek, goed voor 7,5 VTE. Het was een turbulent jaar met pensioenen, vervangingen die op zich lieten wachten en twee langdurig afwezige collega’s. Maar we hebben het er toch goed vanaf gebracht.
Naast die dagelijkse taken en bekommernissen in de bibliotheek, hebben jullie het engagement opgenomen om deel te nemen aan de verkiezing van de beste bibliotheek. Hoe begon dit avontuur voor jullie?
Jannie: Ik kreeg op een gegeven moment telefoon van Eimer Wieldraaijer, hoofdredacteur van Bibliotheekblad, het vakblad dat de verkiezing organiseert. Hij legde mij het concept van de wedstrijd uit, vertelde ons dat de jury onze bibliotheek nomineerde en vroeg mij of wij deze nominatie aanvaardden.
En je hebt niet getwijfeld? Want er komt wel wat bij kijken.
Steven: Ik weet niet of wij toen beseften dat het zo veel inspanning zou vergen.
Jannie: We hebben inderdaad niet stilgestaan bij het feit dat er zo veel werk in kruipt. Maar ik heb toen wel tegen Eimer gezegd dat ik het een vreemd concept vind. Dat culturele instellingen in een wedstrijd vergeleken worden en dat een jury dan beslist welke daarvan de beste is. Ik vond dat ietwat vreemd en misschien zelfs ongepast. In elke bibliotheek wordt er hard gewerkt. Heel veel bibliothecarissen en medewerkers die we ontmoeten, werken elke dag hard om van hun bibliotheek de beste te maken. Als je dan ziet welke lokale en politieke aspecten en gevoeligheden daarbij komen kijken, is het dan een goed idee om instellingen te vergelijken? Dat vroeg ik me enerzijds af. Anderzijds, als je weet waarom die verkiezing gehouden wordt, namelijk om de bibliotheken onder de aandacht en in de pers te brengen, dan lijkt het me toch arrogant om zo’n nominatie te weigeren.
Steven: Trouwens, eens je aan een wedstrijd meedoet, wil je er toch gewoon echt voor gaan. Dat is wel normaal, denk ik.
Maaike: Wij zijn ook heel trots op wat wij hier hebben en wat we elke dag mogen doen. We gaan alle drie graag een uitdaging aan en houden al eens wedstrijdjes. Dus aan zo’n verkiezing deelnemen ligt ons wel.
Jannie: Natuurlijk wil je het er goed van afbrengen als je in een wedstrijd zit. Maar de nominatie op zich was eigenlijk al heel erg leuk. We ondernamen een aantal acties in het kader van de wedstrijd en we merkten dat dit in Bilzen een goede weerklank kreeg. De bibliotheek was the talk of the town en werd al de beste openbare bibliotheek van Limburg genoemd, hoewel dat strikt genomen niet zo was. De nominatie alleen al was dus iets waar veel Bilzenaren trots op waren.
Jullie zetten een aantal acties op om stemmen voor jullie bibliotheek te verzamelen. Welke initiatieven waren dat zoal?
Steven: Alles begon met het voorstellingsfilmpje. Bibliotheekblad vroeg al snel na de nominatie om op korte termijn een filmpje aan te leveren dat weergeeft wat we doen en wie we zijn. Dat bracht de meeste beweging op gang.
Jannie: We dachten met z’n drieën na over wat zo’n voorstelling zou moeten inhouden. We hadden al ervaring met het maken van ludieke filmpjes. Zo maakten we voor Nacht van de bib een eigen versie van de internethype Pen Pineapple Apple Pen, en maakten we een filmpje over de digitale droom voor een wedstrijd van Cultuurconnect. We waren er dus van overtuigd dat dit ons nogmaals zou lukken. Het was vrij duidelijk wat we niet wilden: een droge vertelling over wat er in onze bibliotheek aanwezig is. Dus lijstten we op wat we als bibliotheek zijn. Zo hebben we vijf themahoeken die een link hebben met het lokale leven, zoals de muziekhoek die verwijst naar het festival Jazz Bilzen. Dat concept moest alvast fel tot uiting komen. We werken ook vaak samen met verenigingen, boeiende Bilzenaren, mensen die in Bilzen in de culturele wereld actief zijn. Die mensen hebben we betrokken bij het maken van de film. Het digitale luik wilden we ook opnemen: hoe kunnen we als lokale bibliotheek aan de digitale uitdaging tegemoet komen. Kortom, het filmpje moest tonen dat het gaat om een bibliotheek waar boeken en verhalen centraal staan, maar waar we ook proberen de combinatie te maken met een activiteitenaanbod en veel rond beleving werken. Het idee dat we zouden doen alsof we al gewonnen hadden, maakte het geheel af.
Steven: Er was in die periode veel te doen rond fake news. Daar wilden we wat in meegaan door te doen alsof we gewonnen hadden. Het filmpje moest mensen motiveren om te gaan stemmen, vandaar de uiteindelijke boodschap dat we nog niet gewonnen hadden, maar dat dat wel mogelijk was met de kijkers hun stem.
Het is een indrukwekkend promotiefilmpje geworden, hebben jullie daarvoor iemand onder de arm genomen?
Maaike: Nogal wat mensen.
Steven: Bij onze vorige filmpjes deden we altijd alles zelf. Maar nu hadden we het druk en zaten we onder andere met personeelsverschuivingen. Daarom leek het ons beter om er ditmaal iemand bij te betrekken.
Jannie: In Bilzen woont een regisseur die heel goed een idee in beeld weet te vertalen en hij slaagt er ook in om het beeld dat hij in zijn hoofd heeft in realiteit te brengen. Die man hebben we dus aangesproken. Daarnaast wisten we veel Bilzenaren als acteur of medewerker te betrekken. We werkten een volledige zaterdag aan de opnames, samen met zo’n 150 Bilzenaren. We betrokken verenigingen bij het maken van de film en toonden zo dat de bibliotheek zich op de vrijetijdssite van de stad bevindt. Op die manier hadden we plots een hele groep ambassadeurs die gemotiveerd was en het nieuws van de verkiezing als een viraal vuurtje verder verspreidde.
Merkten jullie ook aan de balie dat de wedstrijd leefde onder de bibliotheekbezoekers?
Maaike: Ja, absoluut, we gaven bladwijzers mee met de uitgeleende boeken. Vaak was de reactie: “Ik heb al gestemd, maar kan ik nogmaals stemmen?” We stelden ook een stemhokje op met een iPad waar mensen onmiddellijk hun stem konden uitbrengen. Dat werkte, zeker als we bezoekers op de mogelijkheid wezen.
Jannie: De Bilzenaren bevestigden: we hadden die nominatie verdiend. Dat was al fijn, de wedstrijd winnen maakte het alleen maar mooier en dan waren de reacties van Bilzenaren uiteraard in de aard van “dat hadden we verwacht” en “dat is verdiend”. Als je de voorstellingen van de andere bibliotheken bekijkt, zie je dat ze op een andere manier heel goede dingen doen. Dus ik zag wel waarom een van de andere bibliotheken kon winnen.
Zorgde die concurrentie ervoor dat jullie de eigen werking gingen vergelijken met die van andere bibliotheken, en zo misschien ook eigen verbeteringspunten vonden?
Jannie: Voor een deel wel, denk ik. Voor het maken van het voorstellingsfilmpje had ik het juryrapport van een vorige editie gelezen. Toen vond ik de jury heel kritisch en zag ik ook een aantal punten waar we niet bewust mee bezig zijn. Door dat onderzoek vond ik dus wel verbeteringspunten. Maar net voor de nominatie hadden we al een heel uitgebreide denkoefening gedaan die we een proces van een half jaar doorliep. We zaten toen twee jaar in de nieuwe bib, maar er was niet echt een visie van wat die bibliotheek moest zijn en wat die binnen vijf of tien jaar zou worden. Die visie wilden we creëren. We kregen van de oude bibliotheek een sterke collectie mee en Steven is bezig met de zoektocht naar de invulling van de digitale bib in Bilzen. Onze bibliotheek is geen magazijn van boeken, maar heeft veel geschikte plekjes voor activiteiten en culturele ontmoeting. Daarom zijn we veel activiteiten beginnen opzetten. En er waren wel wat losse dingen in de bib voorzien: een kunstuitleen, muziekweb, de zadenbib. Maar als we dat allemaal op een rijtje zetten: de traditionele werking, de activiteiten, losse projecten en de digitale bib. Het bleek veel, té veel. Dit alles met een afgeslankt bibliotheekteam, het verhaal van vele bibliotheken denk ik, na een efficiëntieoefening en minder nood aan personeel door de zelfuitleenbalie. Bleek dat we als kip zonder kop op al die opportuniteiten gevlogen zijn, maar zo ook onszelf wat tegenkwamen.
Steven: In dat plaatje past ook het verhaal van wat er vanuit de sector op ons afkomt. De digitalisering, bibliotheken moeten inzetten op mediawijsheid en e-inclusie, fablabs organiseren, noem maar op. Allemaal heel leuke dingen waar we graag in meegaan, maar we moeten keuzes maken, en waar baseer je die keuzes dan op?
Jannie: Die denkoefening deden we met het personeel, de gebruikers van de bibliotheek, externen die wat verder van de bib staan. Zo stonden we bij veel dingen stil en konden we onszelf goed in kaart brengen. Een aantal dingen die ons tijdens de wedstrijd dus opvielen, waren uit die denkoefening al naar voren gekomen.
Welke concrete keuzes maakten jullie dan aan de hand van die denkoefening?
Jannie: We willen heel belevend werken rond de collectie en de aansluiting vinden tussen activiteiten en de traditionele bibliotheekwerking, maar concentreren ons op vijf goed gekozen thema’s. Als we met losse projecten starten, zorgen we ervoor dat die binnen een van die vijf thema’s passen. We hadden een zadenbibliotheek, waar heel veel mogelijkheden mee waren, maar die niet bij een van die thema’s aansloot en waar we gewoon de tijd niet voor hadden om er verder mee te gaan. Je kunt niet alles doen, dus de nadruk ligt op weloverwogen keuzes maken. We willen wel sterk inzetten op projecten met het onderwijs en op leesplezier, ook bij volwassenen. Omdat er twee medewerkers met pensioen vertrokken, leidde de denkoefening ertoe dat we die twee deeltijdse administratieve medewerkers vervingen door een voltijdse medewerker die educatieve projecten uitwerkt. Dit was volgens mij een zeer belangrijke keuze.
Maaike: Diezelfde denkoefening deed ons ook kritisch kijken naar het baliewerk en de zichtbaarheid van de bibliotheekmedewerkers. De informatiemedewerkers moeten duidelijk aanwezig zijn om mensen verder te helpen. De zelfuitleenbalie heeft weinig kinderziektes gekend, maar voor sommigen vormt het toch een drempel wanneer ze niemand zien om aan te spreken.
Ook de deelname aan de verkiezing van de beste bibliotheek heeft er ongetwijfeld voor gezorgd dat jullie prioriteiten moesten leggen, was het een zwaar traject?
Jannie: We hebben inderdaad even andere dingen aan de kant moeten schuiven.
Maaike: We hebben het goed gevoeld. Normaal gezien heb je een bepaalde routine, maar door de wedstrijd is die een paar maanden weg geweest.
Steven: Ik ben de zomervakantie ingegaan met het idee dat het een rustigere periode zou zijn en ik een aantal zaken zou kunnen afwerken. En toen kwam die wedstrijd ertussen, dat legde er wel extra druk op.
Jannie: Ik denk dat dat ons drieën tekent, maar dat het ook de kracht van de huidige bibliotheekwerking is, dat we opportuniteiten zien. We nemen die in overweging en vaak willen we ze grijpen. Dat betekent dat last minute projecten er soms voor zorgen dat andere dingen even aan de kant moeten.
Het bleek een juiste beslissing om in te zetten op de verkiezing van de beste bibliotheek van Vlaanderen en Brussel. Wat betekent die titel nu voor jullie?
Jannie: Ik denk dat we dat nog moeten ondervinden. Op zich is er de eer en hebben we een mooi kunstwerkje gekregen.
Steven: Het voelt als een mooie bevestiging van wat we de voorbije jaren gedaan hebben, dat dat goed gedaan is. En voor Limburg, dat in de uithoek van Vlaanderen ligt en maar al te vaak vergeten wordt, is het een goede zaak.
Jannie: Dat we die titel wonnen, is trouwens een werk van veel mensen, niet enkel van degenen die zich inzetten voor de campagne. Er was vroeger al een goede bibliotheekwerking die in een te klein en oud gebouw zat en daardoor niet naar waarde werd geschat. Die goede ploeg, collectie en werking, daar plukken wij nu nog de vruchten van.
Jannie, merk jij als bibliothecaris een effect bij het stadsbestuur naar aanleiding van het winnen van de Beste Bibliotheek?
Jannie: Nee, voorlopig nog niet. Natuurlijk is er fierheid en het feit dat we de bib op deze manier op de kaart zetten, zal ons op politiek vlak wel wat krediet geven. Ik denk dat er voor bibliotheken woelige tijden in het verschiet liggen: het afschaffen van de verplichting voor gemeenten om een bibliotheek te hebben, het niet langer oormerken van middelen voor bibliotheken. Ik vrees dat in een aantal gemeenten het bestuur drastische beslissingen zal nemen, of die toch alleszins zal overwegen. Wij werken in een nieuw gebouw, wat wil zeggen dat wij pakweg de komende twintig jaar hier een bibliotheek zullen hebben. Dat zal niemand in twijfel trekken. Misschien mogen of moeten we in de toekomst zelfs een meer regionale rol opnemen of gaan samenwerken met buurgemeenten. Toen onze bibliotheek gebouwd werd, was er bij sommigen wel de vrees: “Heeft de bibliotheek wel een toekomst? Is het een goede investering?” Maar sinds de opening was duidelijk dat mensen hier graag komen. De werking die we erin waarmaken heeft dat volgens mij versterkt en de titel van beste bibliotheek is de bevestiging daarvan.
Jullie bibliotheek vormt een mooi voorbeeld dat een investering in de bib heel wat oplevert. Hoe voelt het om hier te werken?
Maaike: Deze bibliotheek voelt voor mij als thuiskomen. Bezoekers zijn onder de indruk van de gezellige ruimtes, maar ook de personeelsruimte hebben we heel gezellig gemaakt. We hebben hier heel veel mogelijkheden, waardoor er sinds de opening van De Kimpel veel nieuwe projecten en ideeën ontsproten.
Steven: Zoals Jannie daarstraks zei, het is hier geen depot van boeken. De bib leeft en er gebeurt veel, de activiteiten variëren sterk. In dat opzicht vind ik het een privilege om voor deze bibliotheek te werken. Het schept ook voor mezelf mogelijkheden om te groeien.
Jannie: Sinds we in dit gebouw zitten, los van de wedstrijd, zijn veel collega’s op bezoek gekomen. We gaven rondleidingen aan bibliothecarissen met architectenteams, de hele bibliotheekploeg of een adviescommissie, om inspiratie op te doen voor de bouw of verbouwing van hun bibliotheek. Dan krijgen we vaak de reactie “hier willen we ook wel werken” en bij sommigen de vaststelling “dat is bij ons niet mogelijk”. Het bewustzijn dat we geluk hebben is er dus wel, maar het is spijtig dat het niet overal zo kan zijn. Het botsen met infrastructurele problemen is herkenbaar. Jaren en jaren rekken op rekken bijplaatsen en nog maar wat opschuiven, zoals onze voorgangers in de oude bib twintig jaar aan een stuk deden.
Leefde de idee van de belevenisbibliotheek al van bij het begin van de bouwplannen?
Jannie: Eigenlijk niet. Het eerste idee was de bib uit te breiden. Maar dat ontwerp werd niet goedgekeurd door het schepencollege. Met de bouw van een nieuwe bibliotheek zou de oude een nieuwe bestemming krijgen, een win-win situatie. Toen startte de zoektocht naar de invulling van de bibliotheek en hoe het gebouw er moest uitzien. Dat was niet evident met een team met verschillende ideeën over de invulling van de bibliotheek, waarbij dat voor sommigen niet meer moest zijn dan meters boekenrekken.
Ik kan me voorstellen, Steven, dat jij als deskundige digitale bibliotheek wel wat andere ideeën had voor de bib?
Steven: Toen ik hier kwam werken, belandde ik midden in het traject van de overstap naar de nieuwe bibliotheek, die op dat moment al grotendeels vormgegeven was. Maar ik heb nooit het gevoel gehad dat we moesten inleveren op boeken en zwaar inzetten op e-readers en digitale boeken. Integendeel, de fysieke boekencollectie moet de basis vormen, het startpunt voor alle activiteiten die we doen en projecten die we organiseren.
Jannie: Bij de opening van De Krook verschenen enkele krantenartikels over de zoektocht naar de invulling van die bibliotheek. Daarbij kwamen getuigenissen van grote bibliotheken in wereldsteden, over de weg die ze hadden afgelegd van bibliotheek tot een plaats voor ontmoeting, eigenlijk meer een cultuurcentrum. De collectie verdween er op de achtergrond. Bij De Krook is opnieuw de keuze gemaakt om het boek en de collectie centraal te stellen. Toen ik dat las, kreeg ik het goede gevoel dat die keuze in Bilzen ook gemaakt is en dat is, denk ik, de goede keuze voor een hedendaagse bibliotheek.
Steven: Over de digitale toetsen in de themaruimtes is goed nagedacht. Ze ondersteunen de collectie en zijn vrij subtiel, zonder toeters en bellen. Er is nog veel potentieel: meer inzetten op mediawijsheid, technologie en wetenschap, meer samenwerking met lokale actoren, scholen en jongeren.
Jannie: Zo loopt er nu een proefproject digitaal lezen op school. We willen leesplezier bevorderen en gaan op zoek of digitaal lezen daarbij kan helpen. We leerden trouwens met een van onze projecten al de keerzijde van een wedstrijd kennen. We hadden bij Cultuurconnect een digitaal project ingediend waarbij we postkaarten van heemkundekringen ontsloten. De heemkundekring verzamelt en bewaart postkaarten en oude foto’s, en zo zijn er nog verenigingen met collecties. Wanneer ze iets op het internet zetten, hebben ze het gevoel dat hun collectie minder waard is omdat iedereen ze dan kan downloaden. Dus hebben we een mediascherm in de bib waar mensen tussen de postkaarten kunnen snuisteren. Wie zijn lidkaart scant, krijgt aan de hand van zijn adres postkaarten te zien uit de omgeving waar hij woont. We waren hier heel enthousiast over en maakten ook een filmpje om het project aan Cultuurconnect voor te stellen, met hetzelfde enthousiasme als we aan de verkiezing tot beste bibliotheek deelnamen. Maar we werden niet geselecteerd. Een wedstrijd winnen is dus niet zo vanzelfsprekend. (lacht)