De cocreatieve bib/Het cocreatieve leercentrum

META Nummer 2017/8

De cocreatieve bib/Het cocreatieve leercentrum

Geschreven door Katrien Vanderheyden
Gepubliceerd op 30.10.2017
IMPORTANT
De Kortrijkse bibliotheek zette een collectief op waarin Lettertypes hun talenten ontwikkelen met een Letterzetter als coach.

Toekomstgerichte bibliothecarissen willen volgens R. David Lankes de samenleving verbeteren. Dat doen ze door kennisontwikkeling te faciliteren bij hun gemeenschappen. Mensen ontwikkelen kennis in dialoog, wat heel mooi aansluit bij de maatschappelijke trend van cocreatie. Dat brengt ons bij de cocreatieve bib of het cocreatieve leercentrum. Op zoek naar goede praktijken ging ik praten met Sandra Brocx en Gilbert van Nunen, samen verantwoordelijk voor de leeromgeving van Xplora (Avans Hogeschool) en met Carol Vanhoutte, directeur van Bibliotheek Kortrijk.

“De missie van bibliothecarissen is om de samenleving te verbeteren door kennisontwikkeling te faciliteren in hun gemeenschappen.” Zo vat R. David Lankes in zijn Atlas of new librarianship de essentie van toekomstbestendig bibliotheekwerk samen. Omdat mensen kennis ontwikkelen in dialoog, moet de bibliothecaris dialoog mogelijk maken in zijn of haar gemeenschappen. Hedendaagse gemeenschappen willen participeren. Ook leren of kennisontwikkeling zijn wezenlijk participatief. De participatieve bibliotheek is volgens Lankes dan ook een pleonasme. Hij spreekt over mede-eigenaarschap. Lankes formuleerde hiermee een verbindende missie, over bibliotheektypes heen, en toepasbaar in elke context. In META 2016/8 hield ik verschillende bibliotheekmodellen tegen het licht van deze missie en kwam ik tot de conclusie dat we nood hebben aan een nieuw, cocreatief model. Bij cocreatie in de non-profitsector gaat een diverse groep mensen in dialoog op basis van gelijkwaardigheid en creëren ze samen oplossingen voor maatschappelijke kwesties. De hele groep is daarbij verantwoordelijk voor het resultaat. Deze werkwijze leidt tot betere en meer gedragen oplossingen voor complexe vraagstukken. (Larock & De Weerdt, 2012) Lankes’ missie en cocreatie zijn dus zeer compatibel. In dit artikel ga ik op zoek naar wat de cocreatieve bib of het cocreatieve leercentrum concreet kan betekenen, met Lankes’ missie als leidraad. Ik vond inspiratie bij de bib van Kortrijk, die zich voor haar nieuwe missie en visie door Lankes liet inspireren, en bij Xplora, de leercentra van Avans Hogeschool in Den Bosch, Breda en Tilburg (Nederland).

De bibliothecaris als wereldverbeteraar

De maatschappelijke relevantie van bibliotheken blijft een hot topic. Lankes stelt met zijn ambitieuze missie deze discussie op scherp. Hoe dragen we als bibliothecarissen effectief bij tot een betere samenleving? De maatschappelijke impact van wat we doen is onze werkelijke waarde en moet dan ook de maatstaf zijn.

De bib van Kortrijk vertrekt daarbij van het lokale DNA: hoe draagt de bib bij tot de beleidsdoelstellingen van de stad? Door haar samenwerking met het onderwijs speelt ze in op ‘een stad die verjongt en vergroent’. Ze is actief in de deeleconomie en versterkt buurten via haar filialen in ‘een stad die deelt en onderneemt’. Door in te zetten op ontmoeting, leesbevordering, taalbeleid en een sterke vrijwilligerswerking zorgt ze mee voor ‘een stad die verenigt en verbindt’. De toekomstgerichte bibliotheek blijft niet binnen haar traditionele grenzen van cultuur en leesbevordering, maar zet ook in op andere maatschappelijke domeinen.

Xplora ondersteunt met haar state-of-the-art leeromgevingen de visie en het onderwijsbeleid van Avans Hogeschool, die sinds 2005 in verschillende varianten
gericht zijn op kenniscreatie door mensen te verbinden. Studenten leren er 33 procent in de klas, 33 procent in projecten en 33 procent individueel. Ze brengen dus meer tijd door in de leeromgeving dan in de klas. Zo ontwikkelen ze competenties die ze volgens Van den Branden nodig hebben in de 21e eeuw: samenwerken, probleemoplossend en innovatief denken over complexe problemen en informatie doen werken in een steeds veranderende maatschappij, doelgericht en kritisch gebruik maken van ICT, communiceren. Een hogeschool zou voor haar projectonderwijs ook kunnen samenwerken met het werkveld. Een win-winsituatie: studenten ontwikkelen beroepscompetenties in een levensechte setting en ze dragen meteen al een steentje bij tot de samenleving.

De cocreatieve bib werkt doelgericht. Als partner weegt ze binnenkomende vragen af tegen het maatschappelijk effect, of verbreedt of verdiept ze deze tot ze de gewenste impact hebben. Daarnaast neemt ze zelf initiatief voor samenwerkingsprojecten met een maatschappelijk doel, op maat van haar lokale of organisatiecontext. De eigenheid van de bibliotheek zit hem in de manier waarop ze aan deze maatschappelijke doelen werkt: ze faciliteert kennisontwikkeling en kennisdeling.

Kennisontwikkeling in dialoog

Kenniscreatie is een tweede element. Bibliotheken bevorderen kennisontwikkeling of leerprocessen, en leren is een sociaal proces. Lankes bouwt zijn theorie uit rond de conversatietheorie. Een mens leert in interactie met anderen én zichzelf. Hij koppelt daarbij nieuwe aan reeds gekende informatie en ontwikkelt zo nieuwe kennis. Deze vormen van interactie zijn dus heel divers, van actief overleg met anderen tot stille zelfreflectie en bronnenstudie (Watson). Samenwerken en dialoog met anderen bevorderen leren (Van den Branden). Bibliothecarissen moeten dus dialoog stimuleren. Dat kan door de infrastructuur, door actief mensen samen te brengen en door de collectievorming te zien als tweerichtingsverkeer.

Infrastructuur: de bib als (co-)creatieve leer/werkplek

Leercentra in het hoger onderwijs ondersteunen verschillende interactievormen met hun infrastructuur: ze bieden een gevarieerde, inspirerende leeromgeving met een grote diversiteit aan werkplekken en faciliteiten voor elke leerstijl en leeractiviteit. Xplora ging voor de inrichting uit van zes persona’s, gebaseerd op onderzoek bij de gebruikers: de ontwerper, de teamplayer, de ondernemer, de solist, de flexibele nomade en de inspiratiezoeker. Deze persona’s staan voor de rollen die mensen innemen, soms meerdere per dag. Voor elke rol zijn er aangepaste werkplekken. Zo vindt de ondernemer een (samen)werkplek om te presenteren. De teamplayer kan aan de slag in geborgen, volledig uitgeruste groepswerkplekken, of geeft zijn of haar werkplek zelf vorm in het lab, dat uitnodigt tot creatieve werkvormen. In die flexibele, creatieve zone raken ook de ontwerper en de inspiratiezoeker hun ei kwijt. Voor de solist is er een rustige en ruime individuele werkplek, de nomade heeft genoeg aan een stopcontact en wifi. Dat alles werd geïntegreerd in een totaalconcept met verschillende zones.

We evolueren naar een deeleconomie, ook op het gebied van kennis. Van kennis is macht naar kennis delen is kracht.

Zowel in Breda als in Den Bosch heeft Xplora een innovatielab. Met verschillende hoeken en sferen en flexibel meubilair, whiteboards, smartboard en presentatiescherm is het lab geschikt voor uiteenlopende participatieve en creatieve werkvormen. Studenten kunnen er samenwerken, brainstormen, iets presenteren, enz. Docenten experimenteren er met werkvormen als flipped classroom: studenten verwerken voor de les zelfstandig de leerstof en gaan er tijdens klassikale momenten concreet mee aan de slag. Gilbert van Nunen: “Vooraf content aanbieden, vraagt om andere content. Na de verschuiving van fysieke bronnen naar digitale bronnen, ontstond de behoefte aan audiovisuele bronnen.” Daarbij biedt Xplora’s multimedia support team ondersteuning, zowel aan docenten als aan studenten. Ze kunnen er opnamemateriaal uitlenen, filmpjes opnemen in de professionele studio en beeldmateriaal bewerken. Xplora biedt ook een platform waar gebruikers beelden kunnen opslaan en delen. Dit alles is een mooie toepassing van het PST-model. Welke pedagogie (Pedagogy) wil je ondersteunen, en hoe dragen de leeromgeving (Space) en ICT (Technology) daartoe bij? (Fraser) Docenten zijn enthousiast, en vragen om ook elders op de campus dergelijke lokalen in te richten. Zo wordt het leercentrum een motor voor onderwijsinnovatie.

Leercentra zijn bij uitstek ontworpen voor zelfsturend en samenwerkend leren en beantwoorden zo aan een maatschappelijke nood. Volgens Daniel H. Pink leven we – na de informatiesamenleving, waarin logica en analytisch denken centraal stonden – in het conceptuele tijdperk. Onze samenleving heeft nood aan creatieve, innovatieve mensen. Mensen die nieuwe verbindingen maken, die intuïtief en empathisch zijn. Innovatie is immers in feite niets meer dan nieuwe verbindingen leggen tussen bestaande ideeën (Lankes). Creatieve mensen hebben nood aan fysieke ontmoetingsplaatsen, waar ze elkaar kunnen inspireren (Watson). In Xplora kunnen studenten in een open en toegankelijke, maar ook vertrouwde, veilige en comfortabele omgeving elkaar, docenten en beroepsprofessionals ontmoeten, samen werken aan projecten, kennis cocreëren en delen. Xplora bevordert met haar inrichting creativiteit en innovatief denken. Zo wordt het een broedplaats voor nieuwe ideeën die bijdragen aan een betere samenleving.

Ook in andere levensfasen hebben mensen nood aan creatieve ontmoetingsplekken om te cocreëren. Met haar nieuwe missie en visie omarmt de bib van Kortrijk de ideeën van Lankes. Ze zet in op gemeenschapsvorming, kennisontwikkeling en kennisdeling binnen de lokale gemeenschap. Daarbij staan tussen droom en daad nog infrastructurele bezwaren. In afwachting van een nieuw gebouw wordt de stille leeszaal alvast omgebouwd tot een atelier, waar burgers en scholen kunnen experimenteren met nieuwe digitale middelen. Oldenbergs third place moet in dit conceptuele tijdperk meer zijn dan een vrijblijvende ontmoetingsplaats (Watson). Een comfortabele plek waar mensen samen aan de slag kunnen om op een creatieve manier onze samenleving zelf vorm te geven. Openbare bibliotheken kunnen zo’n veilige, laagdrempelige plek van cocreatie zijn. Voor de inrichting vinden ze zeker inspiratie bij leercentra in het hoger onderwijs.

Dialoog: spontaan of georganiseerd?

Een goede infrastructuur nodigt uit tot spontane dialoog en bibliotheken zijn van oudsher plekken van informele kennisuitwisseling, maar er is meer nodig. De toekomstbestendige bibliothecaris neemt een actieve rol op in de maatschappelijke dialoog (Lankes). De cocreatieve bib(liotecaris) brengt mensen en organisaties bijeen om aan kennisontwikkeling te doen met het oog op een betere samenleving.

Xplora organiseert zelf geen ontmoeting. De opleidingen en de studenten doen dat, Xplora ondersteunt en faciliteert. De opleidingen organiseren o.a. bedrijvendagen, speeddates en stagebijeenkomsten. Studenten gebruiken de vergaderruimtes voor de eindpresentatie van hun stage. In de Ucademy, een initiatief van en voor studenten, geven studenten elkaar les in het innovatielab over leiderschap, creativiteit, empathie, ethiek en maatschappelijk engagement, competenties nodig voor de 21e eeuw. Het initiatief en de invulling is aan de gebruikers, dus het is echt participatief.

Anderzijds neemt de toekomstgerichte bibliothecaris volgens Lankes een leiderschapsrol op. Zo organiseert de bib van Hogeschool van Amsterdam (HvA) zelf een activiteitenprogramma voor hogeschool en stad. Tijdens collegecafés, research meet-ups, carrière-events enz. wisselen mensen kennis en ervaringen uit en kunnen ze elkaar ontmoeten en inspireren. Hoewel de bib hiervoor samenwerkt met de school en externe organisaties, blijft het een uitdaging om docenten en studenten actief te betrekken. Een integratie in het curriculum is wenselijk, maar niet altijd gemakkelijk te realiseren.

Ook de Kortrijkse bib wil een laagdrempelige leer-/werkplek bieden waar spontane ontmoeting mogelijk is. Daarnaast faciliteert ze actief kennisontwikkeling. Nog een stap verder wil ze collectieven die zelf cocreatieve initiatieven ontwikkelen of die aan talentontwikkeling doen op gang trekken en ondersteunen. De educatieve medewerkers netwerken actief, voelen wat er leeft en zoeken mogelijkheden tot samenwerking. Op vlak van activiteiten kunnen leercentra veel leren van openbare bibliotheken.

IMPORTANT
De nieuwe visie en missie van de bibliotheek van Kortrijk.

Eén van de drie pijlers van de nieuwe missie van de Kortrijkse bib is Deel. Daarbij wil ze een laagdrempelige plek zijn van informatie en ontmoeting. Daarnaast stelt ze als plaats van debat twee keer per jaar een programma samen over maatschappelijke thema’s, samen met externe partners. Op het hoogste participatieniveau gebruiken verenigingen de bib om initiatieven op te starten en bekend te maken. Een andere cocreatieve invulling kan een beleidsvoorbereidend collectief zijn. Of de bib kan burgerinitiatieven ondersteunen met coworking space, een plek om activiteiten te organiseren en de collectie. Komt de neutraliteit dan niet in gevaar? Zal het bestuur dit wel goed vinden? Steeds meer steden moedigen zelf dergelijke initiatieven aan met burgerbudgetten. Moeten en kunnen bibliotheken neutraal zijn? Lankes breekt alvast een lans voor een actieve deelname aan het maatschappelijke debat en voor sociaal engagement.

Collectie: kennisdeling als tweerichtingsverkeer

In een bibliotheek waar kennisontwikkeling en dialoog centraal staan, volstaat het klassieke model van informatiebemiddeling niet langer. In de plaats komt een kennisdelingsmodel, waarbij kennis gedeeld wordt in alle richtingen. De bib faciliteert kennisontwikkeling in dialoog met haar gebruikers, en die kennis wordt ook gedeeld. Kennis is dynamisch en ontwikkelt zich in de hoofden van mensen, mensen leren van elkaar, en de leeromgeving faciliteert die leerprocessen. Een geschreven neerslag daarvan is slechts een hulpmiddel. Er is bovendien sprake van tweerichtingsverkeer. Gebruikers worden aangemoedigd om zich voor hun werk te baseren op betrouwbare bronnen. Omgekeerd zoekt de bib voor de kennis die door gebruikers ontwikkeld wordt een platform om ze te delen en te valoriseren.

Bibliotheken van het hoger onderwijs zetten in op informatiegeletterdheid. Daarbij verschuift de focus onder invloed van het veranderende communicatie- en informatielandschap naar kritisch denken, mediawijsheid, kennisdeling en communiceren. Lankes heeft het over het ontwikkelen van sociale geletterdheid: bibliothecarissen scheppen kansen tot dialoog en empoweren mensen om hetzelfde te doen. Xplora ontwikkelde op basis van een framework informatievaardigheid (SCONUL) een toolbox, waaruit de medewerkers stukken kunnen halen, verder finetunen op maat van de opleidingen en integreren in het curriculum. Bv. een digitale instructie, een klassikale sessie, een inloopworkshop, een afstudeerspreekuur (bachelorproef), en dit alles op het goede moment in de opleiding, als studenten de vaardigheden nodig hebben. Daarnaast maken ze docenten informatievaardig. Informatieadviseurs bouwen netwerken uit bij de diverse opleidingen om het onderwijs op maat te ondersteunen.

Xplora ondersteunt onderzoek tijdens het hele proces: van datamanagement tot publicatiebeleid. Door de kennis ontwikkeld aan de hogeschool te delen, wordt deze gevaloriseerd. Zo speelt de hogeschool een rol van betekenis in de regio. Xplora werkt daartoe mee aan de HBO kennisbank, maar denkt ook aan een eigen publicatiekanaal voor het lokale bedrijfsleven. Gilbert van Nunen: “We evolueren naar een deeleconomie, ook op het gebied van kennis. Van kennis is macht naar kennis delen is kracht.”

De bib van Kortrijk zet in op gemeenschapsvorming en kennisontwikkeling. Dat is de omgekeerde denkwijze dan de traditionele. Die denkt vanuit de collectie als kerntaak, waarrond ze activiteiten en beleving organiseert als surplus. In de cocreatieve bib staan daarentegen kennisontwikkeling in dialoog en kennisdeling centraal. Daarbij betrekt ze enerzijds de collectie, als hulpmiddel. Anderzijds zoekt de bib hoe ze de ontwikkelde kennis in haar gemeenschappen kan ontsluiten, online en via activiteiten.

Gemeenschappen: kennisontwikkeling en participatie

Last but not least bekijken we het element gemeenschappen uit de missie van Lankes. Zij worden volgens Lankes (2011) gekenmerkt door pressure for participation. Participatie is onlosmakelijk verbonden met de missie van bibliothecarissen: leren is onvermijdelijk participatief. Zonder betrokkenheid geen kennisontwikkeling. En de hoogste vorm van participatie is cocreatie.

De nieuwe visie van de Kortrijkse bib maakt de verschillende niveaus van participatie zichtbaar. De drie pijlers Beleef, Leer, Deel zijn met elkaar vervlochten en ze zijn elk opgesplitst in drie niveaus, waarbij met elk niveau de participatiegraad stijgt en het aantal deelnemers daalt. Bij Beleef is de onderste trap sfeer/ souk: de bib als laagdrempelige plek, waar het brede publiek kan proeven van de kernopdracht van een bibliotheek. De tweede trap is de proeverij: activiteiten, infosessies, enz. De derde en hoogste trap is cocreatie. Hier ontstaat een community die zelf kennis gaat ontwikkelen in dialoog, hierin ondersteund door de bib. In de souk of via proeverijen deelt ze haar kennis en ervaringen op haar beurt met het brede publiek, en de cirkel is rond. Zo droomt het bibteam van een community rond een toekomstige stadstuin van de bib. De souk kan een zadenbib zijn, in de stadstuin zelf. De proeverijen zijn bv. infosessies en workshops van Velt. Cocreatie vindt plaats in de community die rond de stadstuin ontstaat en die zelf initiatieven gaat ontwikkelen, die door kennis- en ervaringsuitwisseling de kennis naar een hoger niveau tilt en ze vervolgens deelt met de brede gemeenschap.

IMPORTANT
Digitafel

De Letterzetter is een mooi voorbeeld. De Stad Kortrijk zocht een stadsdichter, de bib zette een collectief op waarin jonge woordkunstenaars, de Lettertypes, hun talenten ontwikkelen met een ervaren dichter, de Letterzetter, als coach. De coach deelt zijn of haar kennis, jong talent krijgt een lokaal platform om op te treden en workshops te organiseren, waarbij het brede publiek kan proeven van woordkunst. De bib kan ook communities vormen rond andere maatschappelijk relevante thema’s. Ze kan coördineren, partners samenbrengen, communiceren en kennisdeling faciliteren via online platformen en activiteiten. Ze biedt een laagdrempelige plek om mensen te laten kennismaken met een thema (souk), om activiteiten te organiseren (proeverij) en aan cocreatie te doen. Welke initiatieven je ontwikkelt en welke partner welke verantwoordelijkheden opneemt, is afhankelijk van de gemeenschap.

De pijler Leer heeft als meest laagdrempelige niveau de leer-/werkplek in de bib, op het tweede niveau het labo en op het hoogste niveau talentontwikkeling. In het labo wordt er geëxperimenteerd en worden bijvoorbeeld games uitgetest. Zo start de bib Kortrijk een pilootproject rond digital storytelling in het basisonderwijs, met coaching van Cultuurconnect en onder begeleiding van experts. Bij succes wordt dit uitgerold over heel Vlaanderen.

De bib van Kortrijk heeft Lankes’ missie vertaald in een bruikbaar kader waarmee ook bibliotheken in het hoger onderwijs aan de slag kunnen. De souk of leer-/ werkplek als laagdrempelige plek voor informele ontmoeting, om te werken, de collectie te raadplegen, enz. De proeverij, waar workshops onderzoeksvaardigheden en kennisdelingsactiviteiten georganiseerd worden, en het labo, waar geëxperimenteerd wordt met nieuwe onderwijsvormen zoals flipped classroom. Op het hoogste niveau staan cocreatie en talentontwikkeling. In cocreatie met onderwijs werkt de bib structureel aan onderzoeksvaardigheden, ingebed in het curriculum. Vanuit het labo stimuleert de bib onderwijsinnovatie. Via projectwerk ontwikkelen studenten hun competenties. Collectieven van gebruikers zetten eigen initiatieven van competentieontwikkeling op, zoals de Ucademy bij Xplora.

Cocreatie en medeeigenaarschap

De druk vanuit gemeenschappen om te participeren heeft ook impact op de bibliotheek als organisatie. Volgens Lankes moeten bibliotheken een nieuw sociaal pact afsluiten met hun gebruikers, dat resulteert in mede-eigenaarschap. Xplora betrekt gebruikers actief bij de voorbereiding van een nieuw leercentrum. In Den Bosch ging het daarvoor in zee met een studiebureau gespecialiseerd in user centered design. Daarnaast leverden klankbordgroepen met studenten, docenten en andere stakeholders verrassende informatie op. Zo wilden de studenten geen ronde tafels om samen te werken omdat je die niet kunt schakelen. Voor de individuele werkplekken bleek stilte niet zozeer belangrijk, wel dat de anderen in de omgeving met gelijkaardige activiteiten bezig zijn. Na de realisatie leveren observatie en korte enquêtes bij studenten steeds nieuwe inzichten op. Zo bleek dat studenten gewoon de eerstvolgende vrije werkplek innemen in plaats van een plek te zoeken die aansluit bij hun noden. En bij de boekenzone ontstond heel natuurlijk stilte, terwijl dit niet zo was bedoeld. Op basis van die informatie sturen de medewerkers bij of passen ze de communicatie aan. Medeeigenaarschap uit zich ook in de creatieve, flexibele ruimtes, waar studenten zelf hun ideale werkplek construeren. Er heerst een sfeer van huiselijkheid en er zijn weinig leefregels. Mensen zitten hier een hele dag te werken, dus (koud) eten en drinken mag. Opleidingen en studenten worden aangemoedigd om zelf activiteiten te organiseren.

Cocreatie met het onderwijs weerspiegelt in de structuur: onderwijsexperts en leeromgeving vormen samen het Leer- en Innovatiecentrum (LIC) en werken nauw samen. Daarnaast wordt cocreatie gefaciliteerd door het projectonderwijs en door de vele mogelijkheden tot ontmoeting en samenwerking. In het innovatielab geven de opleidingen en het LIC het onderwijs een stuk samen vorm. Cocreatie met onderwijs is er ook op het vlak van onderzoeksvaardigheden. Het LIC ontwikkelde een toolbox, maar de opleidingen zijn verantwoordelijk voor het onderzoeksvaardig maken van de student. Medeeigenaarschap betekent gedeelde verantwoordelijkheid. Hoewel studenten en docenten het niet bewust zo ervaren, zijn ze op verschillende manieren mede-eigenaar van het leercentrum.

IMPORTANT
Innovatielab van Xplora in Breda.

Bij de bib van Kortrijk is er in de bovenste trap van elke pijler sprake van de hoogste vorm van participatie of cocreatie. Om te evolueren naar mede-eigenaarschap, moet de bib volgens Carol Vanhoutte kinderen van jongs af binnentrekken en ze vasthouden en engageren in de werking. Bibliotheken hebben meer expertise nodig over participatieve methodieken. Ook ons onderwijs heeft nog een hele weg te gaan: “Er is een grote kloof tussen de theoretische pedagogie en de onderwijspraktijk. Onderwijs en bibliotheken moeten beiden de weg inslaan van participatieve methodieken van kennisen competentieontwikkeling. We kunnen daarbij leren van elkaar, samen projecten doen, geloven in elkaars sterkte. Als we anders leren kijken naar onze manier van werken en onze traditionele domeinen, taken en werkwijzen meer durven verlaten, komt er tijd vrij voor experiment, uitwisseling en netwerking.”

Ook de medewerkers moeten de ruimte krijgen om te experimenteren en initiatief te nemen. Daartoe leent een horizontale organisatiestructuur zich het best. Zelfsturende teams, waarbij het hele team verantwoordelijk is voor het resultaat, zijn het meest cocreatief. Deze teams kunnen dan weer gaan cocreëren met interne en externe partners.

De bibliothecaris als ondernemende netwerker

“Met de veranderingen in de leeromgeving, worden er ook andere eisen gesteld aan de medewerker”, zegt van Nunen. “Dit vraagt om veel begeleiding vanuit de teamcoördinator en een goed changemanagementtraject.” Medewerkers werden betrokken bij de inrichting, aldus Sandra Brocx: “Daarmee werden ze zelf ook verantwoordelijk voor de ruimte en ontstond er draagvlak.” Bij nieuwe aanwervingen kiest men voor hire for attitude, train for skill, vertelt Gilbert van Nunen: “De belangrijkste eigenschappen zijn klantgerichtheid, flexibiliteit en ondernemerschap. Specifieke competenties kunnen we aanleren.”

De nieuwe visie van de bib van Kortrijk is het resultaat van teamwork. Daardoor werd betrokkenheid gecreëerd, wat mogelijke weerstand ontmijnt. Ook dat is een voordeel van cocreatie. Ook bestaande initiatieven werden vertaald naar de nieuwe visie. De veranderingen worden bovendien stapsgewijs ingevoerd. Een goede interne communicatie is belangrijk. En bij nieuwe aanwervingen werden nieuwe competenties binnengehaald: netwerking, projectwerking, sociaal engagement, digitale skills, communicatieve vaardigheden en creativiteit. Tot slot werd een eind gemaakt aan hiërarchische structuren en meer ingezet op zelfsturende teams, die binnen de contouren van het beleidskader zelf een actieplan opmaakten en dit ook implementeren. Carol Vanhoutte: “Mijn rol was hierin vooral het team coachen en de mensen zo veel mogelijk vanuit hun sterktes te laten meegroeien in deze verandering.”

Wir schaffen das (und mehr)

“Wij doen dat allemaal al,” hoor je soms. Maar is dat echt zo? Alleen als we voldoende kritisch zijn voor onszelf, gaan we echt innoveren. In hoeverre bouwen we actief netwerken uit en nemen we een leiderschapsrol op in het faciliteren van kennisontwikkeling in dialoog in onze gemeenschappen? En tot welke positieve impact in de samenleving leidde dat? In hoeverre is er al echt sprake van medeeigenaarschap en cocreatie en hoe kunnen we dat verder ontwikkelen? Welke participatieve methodieken kunnen ons daarbij helpen? Welke competenties moeten we daarvoor ontplooien? Reflecteren is één ding, laat ons vooral ook starten en verder doen met cocreatieve experimenten en onze kennis en ervaring delen. Op Kenniskantoor, bijvoorbeeld, of via een lerend netwerk over bibliotheektypes heen.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be