Hoe ben je in de archiefsector beland?

Geschiedenis was in mijn scholierentijd al mijn passie, dus de keuze voor die universitaire studie was snel gemaakt. Voor mijn licentiaatsverhandeling over Leopold II werkte ik maandenlang in verschillende leeszalen. Het leek me toen een zinvolle job, om de enorme massa informatie (op papier en digitaal) te beheren en ontsluiten voor de toekomst. De manama Archivistiek en Hedendaags Documentbeheer was na mijn licenties dan ook een vanzelfsprekendheid.

Waar werk je nu? En wat houdt jouw baan in?

Na een passage bij de Provincie West-Vlaanderen en de Welzijnsband Meetjesland, werk ik sinds februari 2009 als archivaris bij Stad en OCMW Tielt: een éénmansdienst met een breed scala aan taken, dicht bij een lokale gemeenschap. Zowel een leeszaal met een 250-tal bezoeken per jaar, een drukke interne dienstverlening, als het op punt stellen van een uitgebreid en waardevol lokaal archief slorpen mijn aandacht op. Ook inhoudelijke ondersteuning bij erfgoedactiviteiten staat af en toe in mijn agenda.

Met welke thema’s ben je beroepsmatig veel bezig?

Ik probeer in de eerste plaats vooral een grote inventarisatieachterstand weg te werken, in combinatie met het binnenhalen en verwerken van archiefoverdrachten van diverse stedelijke diensten. In de leeszaal is het merendeel van onze bezoekers bezig met stamboomonderzoek, dus ook genealogie kent niet veel geheimen meer voor mij. Door een eerdere tewerkstelling bij de Welzijnsband Meetjesland, zijn de selectielijsten voor OCMW-archief ook altijd een beetje mijn dada geweest.

Hoe ziet een werkdag er voor jou uit?

De dag begint meestal met het openen van de mailbox en de Facebook-pagina van het Stadsarchief, maar voor de rest is er veel onvoorspelbaarheid en variatie. Ongeveer één dag per week werk ik bij het OCMW. Op andere dagen begeleid ik enkele vrijwilligers die meehelpen met de inventarisatie van bepaalde reeksen of verzamelingen. De leeszaal is elke woensdagvoormiddag en donderdagnamiddag open voor het publiek, naast mogelijke afspraken. Ik probeer de leeszaalbezoekers dan ook altijd zo goed mogelijk te begeleiden. Daarnaast verricht ik zelf opzoekingen voor onze eigen diensten of voor burgers, adviseer ik diensten inzake hun dossiervorming en -bewaring, maak ik onze collecties toegankelijk en beheer ik de twee archiefdepots. Minstens de helft daarvan wacht nog op één of andere vorm van inventarisatie.

Hoe zie je je baan binnen vijf jaar?

Ten eerste hoop ik dat we een grote sprong voorwaarts kunnen maken in het digitaal document- en archiefbeheer, zodat de digitale dementie op termijn niet kan toeslaan. Als stad kunnen we hiervoor ook niet alleen het warm water uitvinden, dus hoop ik ook nog op het langverwachte perspectief van een Digitaal Archief Vlaanderen. Als ook het coachen van de stedelijke diensten beter lukt inzake creatie, overdracht en selectie, komt er hopelijk ook wat meer tijd vrij voor de valorisatie van onze rijke historische archieven.

Welke ambities koester je nog?

In de eerste plaats: het huidige takenpakket blijven bolwerken, want dat is al heel wat. Op lange termijn hoop ik dat het Stadsarchief Tielt verder uitgebouwd kan worden als een kenniscentrum voor lokale geschiedenis, al dan niet in een breder samenwerkingsverband.

Volg je het internationale vakgebied op?

Veel te weinig. Af en toe is er wel nog tijd voor een artikel online of in een tijdschrift, dat me vaak toevallig onder ogen komt. Tijdens mijn bijna jaarlijkse citytrip naar een Europese hoofdstad, probeer ik wel een bezoekje aan een archiefgebouw mee te pikken.