Het is nog niet zo lang geleden dat dyslexie werd beschouwd als een probleem dat je kon verhelpen door individuele bijscholing, door vreselijk veel te trainen op technische lezen. Pas in het laatste decennium van de vorige eeuw werden beleidsmakers, informatieleveranciers en bibliotheken zich bewust van de betekenis, omvang en sociale gevolgen van dyslexie.
Een groeiend aantal onderzoeken heeft de opvattingen over dyslexie veranderd en heeft het begrip een meer sociale en minder medische lading gegeven. Hierdoor is de houding tegenover personen met dyslexie gewijzigd. In plaats van te proberen om ze correct te leren lezen en schrijven, veelal zonder resultaat, worden we nu aangemoedigd om hen met creatievere oplossingen te ondersteunen, zoals alternatieve manieren om te lezen en te schrijven.
De afgelopen jaren hebben vele landen de uitzonderingen in het auteursrecht ten behoeve van personen met een visuele handicap, verbreed tot iedereen met een leesbeperking, inclusief mensen met dyslexie.
Het is in dit kader dat twee IFLA-secties een tijdje geleden het initiatief namen om de bestaande dyslexierichtlijnen voor bibliotheken uit 2001 te actualiseren. De IFLAsecties Library Services to People with Special Needs (LSN) en Libraries Serving Persons with Print Disabilities (LPD)¹ werkten gedurende twee jaar aan deze gezamenlijke onderneming. De eerste projectvergadering vond in augustus 2012 plaats op het jaarlijkse IFLA-congres in Helsinki. Op de IFLA-conferentie in Lyon vorig jaar presenteerden we het resultaat, in december 2014 keurde IFLA de definitieve versie goed en in mei 2015 was de Nederlandse vertaling helemaal klaar.