Eind 2006 startte het VOWB (Vlaams Overlegorgaan inzake Wetenschappelijke Bibliotheken vzw) een pilootproject dat de haalbaarheid van een Vlaams depot voor (universiteits)bibliotheken met biomedische collecties aan de praktijk wou toetsen. Het doel was enerzijds te komen tot een duurzame oplossing voor het tekort aan opslagruimte, en anderzijds tot kostenreductie. De biomedische bibliotheken van het Instituut voor Tropische Geneeskunde, KU Leuven, Universiteit Antwerpen, Universiteit Gent en Vrije Universiteit Brussel, alsook de Koninklijke Bibliotheek van Belgiƫ namen aan dit project deel.
Omdat de oprichting van een nieuw, apart depot waar alle tijdschriftcollecties bewaard zouden worden niet haalbaar bleek, werd een zogenaamd gedistribueerd bewaarbeleid uitgewerkt. Het uitgangspunt was eenvoudig: er zou voor een 2400-tal titels slechts 1 papieren exemplaar bewaard worden ergens in Vlaanderen, steunend op duidelijke afspraken rond ontsluiting, verdere aankoopverplichting, IBL en het afstoten van titels waarvoor geen bewaarplicht geldt. Eind 2012 stelde de betrokken werkgroep een rapport met aanbevelingen en resultaten op. Daaruit bleek dat indien de 6 depotpartners hun collectiedelen waarvoor zij geen depotverplichting hebben effectief zouden wieden, dit een totale plaatsbesparing zou opleveren van maar liefst 6,8 kilometer schapruimte.
Enkele depotpartners grepen die aangeboden kans inmiddels aan in functie van plaatsgebrek, verbouwingen of het omvormen van de bibliotheek tot leercentrum.
Paul Sijsmans, KU Leuven