Laat mij proberen om het uit te leggen.
Er zijn twee vzw’s, beide ledenverenigingen. De ene is een exclusieve ‘buyers
club’, opgericht om samen aan te kopen. De andere staat open voor alle geïnteresseerden en wil samenwerking stimuleren. Of iedereen zomaar lid kan worden van de buyers club is niet zo duidelijk. Ze heeft geen eigen website en overigens
ook geen eigen personeel. De lidgelden zijn, naar verluid, eerder bescheiden. Het
samenwerkingsverband werkt transparanter. Alle geïnteresseerden kunnen aansluiten.
De lidgelden liggen beduidend hoger, maar er is dan ook een website te
onderhouden en personeel te betalen.
Beide vzw’s leven in een soort symbiose. Dat is niet zo verwonderlijk, want alle
leden van de buyers club zijn ook lid van het samenwerkingsverband. Maar
omdat het omgekeerd niet zo is, organiseert het samenwerkingsverband toch
ook zelf gezamenlijke aankoop voor zijn leden. En als ik suggereerde dat de werking
van de buyers club niet zo transparant is, moet ik die uitspraak nuanceren,
want informatie over de werking van deze club is te vinden op de website van
het samenwerkingsverband. Die vereniging is genereus, want ze stelt ook haar
personeel ter beschikking van de buyers club.
Over de bedrijfseconomische aspecten van de werking, lijkt niemand zich zorgen
te maken. Het samenwerkingsverband is niet btw-plichtig. Het betaalt netjes btw
op zijn personeel, dat het inhuurt bij één van de lidorganisaties en dat het pro
deo ten dienste stelt van de buyers club, die op haar beurt wel btw-plichtig is.
Wie in een wetenschappelijke bibliotheek werkt, komt het plaatje allicht bekend
voor. Dat ik de namen van Elektron en het Vlaams Overlegorgaan inzake
Wetenschappelijk Bibliotheekwerk (VOWB) nog niet vernoemde, komt omdat
ik niet helemaal zeker ben van mijn verhaal, ook niet na een vijf jaar lidmaatschap
van de Algemene Vergadering van het VOWB.
Is het verwonderlijk dat de deelnemers aan een workshop van de sectie
Wetenschappelijke en Documentaire Informatie van de VVBAD enkele duidelijke
vragen formuleerden voor de vzw’s uit mijn verhaal? De sectie dringt er bij
hen onder meer op aan om hun doelstellingen helder te formuleren en een transparantere structuur te voorzien voor nieuwkomers. Ik durf alvast te voorspellen dat een antwoord termen zal bevatten zoals “afwachten”, “meer duidelijkheid”, “inkanteling” en “toekomst van de associaties”.
Er zijn ongetwijfeld goede redenen waarom de structuren zijn wat ze zijn. Maar
buiten raast de wereld voort. Vanuit onze vergaderzalen kijken we ernaar en
hopen dat er een moment komt dat hij even halt zal houden, zodat we met zijn
allen weer op de trein kunnen stappen. Maar de enige manier is trainen, zodat
we hard genoeg kunnen lopen en op de trein kunnen springen terwijl hij rijdt.
Dat vereist doorzettingsvermogen. En durf, ongetwijfeld.