Impala 1991-2011

META Nummer 2011 / 4

Impala 1991-2011

Geschreven door Jan Corthouts, Michele Van Den Eynde, Julien Van Borm
Gepubliceerd op 01.05.2011

Impala, het Belgische systeem voor interbibliothecair leenverkeer en documentlevering werd door de Universiteit Antwerpen ontwikkeld en in 1991 als nationaal systeem in gebruik genomen. Twintig jaren later is het nog steeds operationeel en werkt het nog altijd volgens de oorspronkelijke uitgangspunten. Wel werd overgestapt naar een webversie (1998) en werd de elektronische levering toegevoegd (2001). Dit artikel geeft een overzicht van de mogelijkheden van Impala: een focus op de openheid van het systeem en daarbij cijfers die een inzicht geven in het IBL-verkeer in België.

Impala werd in 1990 door de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen ontwikkeld als antwoord op een nood aan een efficiënt systeem voor het interbibliothecair leenverkeer in België. Tot dan was het Belgische IBL-model er een van ongeplande decentralisatie, met alle nadelen daaraan verbonden.¹ Impala heeft de zwakheid van dit model weggewerkt en omgevormd tot een gestructureerd systeem, essentieel voor het goed functioneren van het IBL in België.

Impala is tot stand gekomen vanuit een praktische noodzaak, zonder overheidsinitiatief of -financiering. De specifieke Belgische context waarin bibliotheken samenwerken is hieraan niet vreemd. De samenwerking tussen bibliotheken wordt immers op het niveau van de gemeenschappen georganiseerd en er is geen federaal overlegplatform meer voor de samenwerking tussen wetenschappelijke bibliotheken. Dit neemt echter niet weg dat bibliotheken in het verleden en ook nu nog op een pragmatische basis initiatieven nemen om belangrijke werkinstrumenten zoals Impala zelf te ontwikkelen en te onderhouden. Ook Antilope, de collectieve catalogus voor tijdschriften, en de nieuwe UniCat-portal zijn goede voorbeelden van deze pragmatische samenwerking.

Model

Net zoals andere nationale IBL-systemen, bestaat de kern van Impala uit een aantal basisfuncties:

  • Lokaliseren van documenten in collectieve catalogi
  • Online bestellen van boeken en tijdschriftartikelen
  • Opvolgen van de aanvragen
  • (Elektronisch) leveren
  • Doorberekenen van de kosten via een clearinghouse
  • Aanbieden van cijfergegevens (aantallen, leveringstijden)

Bij het implementeren van deze functies werd gestreefd naar openheid, efficiëntie, betrouwbaarheid, eenvoud en lage kosten.

Openheid

Open naar alle types van bibliotheken

Elk type bibliotheek kan aansluiten bij Impala en daarbij beslissen welke rol de bibliotheek speelt: aanvrager, leverancier of beide. In 2010 telde Impala 620 aangesloten bibliotheken waaronder de Koninklijke Bibliotheek, de Belgische universiteitsbibliotheken, de Vlaamse hogeschoolbibliotheken, de Vlaamse openbare bibliotheken, (federale) overheidsbibliotheken, documentatiecentra, bedrijfsbibliotheken, speciale bibliotheken, de Nationale Bibliotheek van Luxemburg, bibliotheken van internationale instellingen zoals het Europese Parlement en verschillende bibliotheken van de Europese Commissie in Brussel en Sevilla.

De openbare bibliotheken vormen de grootste groep gebruikers (53 procent), gevolgd door de bibliotheken van de hogescholen (14 procent), de universiteiten (10 procent) en wetenschappelijke bibliotheken (8 procent). De openbare bibliotheken en de universiteiten zijn de grootste leveranciers. Zij staan samen in voor 90 procent van de leveringen. De openbare bibliotheken en de universiteiten zijn tevens de grootste aanvragers: zij nemen samen 80 procent van de aanvragen voor hun rekening.

Open naar bestellingen voor alle types materiaal

Boeken, tijdschriftartikelen en alle soorten audiovisueel materiaal kunnen worden aangevraagd. Het bestellen van e-boeken zal nog niet voor eerstdaags zijn. Een eerste initiatief hiervoor werd in Canada genomen waar CISTI samen met Ingram’s MyiLibrary een IBL-service voor e-boeken heeft opgezet². In de meeste gevallen zullen auteursrecht en licentiebepalingen de uitwisseling van e-boeken als onderdeel van de klassieke documentlevering onmogelijk maken.

In het begin kende Impala een spectaculaire groei. Een jaarlijkse verdubbeling van het aantal aanvragen bewees dat Impala efficiënt werkte en tegemoet kwam aan een duidelijke behoefte. Samen met het aantal gebruikers stegen de transacties gestaag tot het topjaar 2000 waarin 177.458 aanvragen in Impala verwerkt werden. Vanaf 2000 groeide echter het aanbod van e-tijdschriften (commercieel en Open Access). Hierdoor daalde het aantal Impala transacties tot 112.531 in 2005. De aansluiting van openbare bibliotheken (2001) met hoofdzakelijk aanvragen voor boeken maakte vanaf 2005 het verlies deels goed. De stijgende trend van het aantal aanvragen voor boeken houdt voorlopig nog aan, terwijl het aantal aanvragen voor artikelen gedaald is tot onder de 50.000. Gedurende de laatste drie jaar is het totale aantal Impala transacties stabiel gebleven op ca. 140.000 per jaar.

IMPORTANT

Tot 2000 waren het vooral de universiteitsbibliotheken die in Impala fungeerden als leveranciers van (hoofdzakelijk) tijdschriftartikelen. Dat veranderde snel toen in 2001 de Vlaamse openbare bibliotheken toetraden tot Impala. Tot 2000 waren het vooral de universiteitsbibliotheken die in Impala fungeerden als leveranciers van (hoofdzakelijk) tijdschriftartikelen. Dat veranderde snel toen in 2001 de Vlaamse openbare bibliotheken toetraden tot Impala.

Open: koppeling met collectieve catalogi

Een instrument als Impala kan maar efficiënt werken als de gebruiker snel de potentiële leveranciers kan aanspreken. Impala heeft er daarom naar gestreefd om zo veel mogelijk collectieve catalogi met Impala te integreren. De koppeling met catalogi wordt gerealiseerd op basis van de OpenUrl specificaties.

Antilope

Antilope is de collectieve catalogus van tijdschriften aanwezig in Belgische wetenschappelijke bibliotheken. Van een lokale Antwerpse gedrukte catalogus in 1973, groeide Antilope vanaf 1981 uit tot een nationale online catalogus. Die catalogus wordt al bijna 40 jaar geproduceerd door de bibliotheek van de Universiteit Antwerpen zonder subsidie (met uitzondering van eenmalige subsidies in 1981 bij de start van Antilope en in 1994 bij de uitvoering van het Antilope termijnplan voor de invoer van de historische collecties van de Vlaamse Universiteitsbibliotheken). Deze catalogus bevat thans ongeveer 300.000 titels van tijdschriften aanwezig in een tweehonderd bibliotheken.

Bibliotheken die dat wensen, kunnen hun tijdschriftencollecties bij Antilope aanmelden. Deze collecties worden door de UA manueel ingevoerd (kleine collecties) of automatisch opgeladen op basis van een geleverd bestand in MARC-formaat (xml) of in csv-formaat.

CCB en UniCat

De Collectieve Catalogus België (CCB) is het resultaat van een project van de Nationale Conferentie van Universitaire Hoofdbibliothecarissen, die eind jaren tachtig het initiatief nam om een collectieve catalogus van boektitels op com-fiches, op cd-rom en uiteindelijk ook online te publiceren. De laatste editie verscheen in 2002.

Het UniCat-project (2001- 2006) – gefinancierd door het federale wetenschapsbeleid – moest de opvolger worden van de CCB en had tot doel om een infrastructuur op te zetten waarbinnen bibliotheken hun collecties konden aanmelden en waar de data vervolgens geïndexeerd en via een web portal ontsloten konden worden. Alhoewel het UniCat initiatief uitmondde in een werkbaar prototype, ontbrak het aan een goed business plan, waardoor het project niet kon voortgezet worden.

De Belgische universiteitsbibliotheken en de Koninklijke Bibliotheek wilden daar verandering in brengen en hebben daarom in 2010 het initiatief genomen om op pragmatische basis samen te werken zonder externe financiering maar met financiële bijdragen door de leveranciers zelf van de data. Infrastructuur en technologie komen van een externe partner SemperTool, een Deens softwarebedrijf gespecialiseerd in oplossingen voor ontsluiting en beheer van e-resources in bibliotheken. UniCat, de nieuwe collectieve catalogus is sinds maart beschikbaar via Impala en ook op unicat.be.

bib.belgium.be

De bibliotheken van de federale overheidsdiensten (FOD) en de federale wetenschappelijke instellingen (FWI) hebben sinds 2008 hun catalogi verenigd in één gemeenschappelijke zoekomgeving.³ Deze catalogus telt zowat drie miljoen records en groepeert het bezit van dertig bibliotheken waaronder de Koninklijke Bibliotheek, de bibliotheek Queteletfonds (FOD Economie), de bibliotheken van de Nationale Plantentuin van Meise, het Koninklijk Belgisch Instituut voor Natuurwetenschappen, de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika. De catalogus wordt vier maal per jaar geactualiseerd. Het project loopt nog tot 2011 en wordt mogelijk verlengd.

Bibliotheekportalen van openbare bibliotheken

De openbare bibliotheken hebben zich de laatste jaren verenigd in provinciale netwerken. Als resultaat hiervan biedt elke provincie via een webportaal een gemeenschappelijke catalogus aan. Openbare bibliotheken kunnen deze portals en ook het Vlaamse portaal gebruiken als bron voor IBL-aanvragen.

Open naar andere IBL-systemen

Niet alle IBL-aanvragen worden in Impala rechtstreeks geplaatst na een opzoeking in een catalogus. Veel aanvragen komen in Impala terecht nadat ze eerst in een lokale IBL-toepassing werden ingevoerd. Dit is het geval voor universiteitsbibliotheken zoals UGent, ULB, VUB en K.U.Leuven. Uitwisseling van IBL-transacties met Impala gebeurt op basis van XML gestructureerde berichten die via e-mail worden uitgewisseld. Dit geldt niet enkel voor het versturen van aanvragen naar Impala maar ook om status informatie over Impala-aanvragen te verkrijgen en terug te koppelen naar de lokale toepassing.

Open naar buitenlandse leveranciers

Vanaf het begin waren grote Europese document leveranciers via Impala bereikbaar: BLDSC (VK), INIST (F), Technische Universiteit Delft (NL), Landbouwuniversiteit Wageningen (NL) en het NIWI (NL). De lopende tijdschriften van deze documentleveranciers werden toegevoegd aan de Antilope-catalogus. BLUW en NIWI zijn in 2005 weggevallen omdat documentleverantie geen deel meer uitmaakt van hun opdracht.

In het begin verstuurde Impala deze aanvragen via fax naar de leverancier. Nadien werd daarvoor ook de e-mailgateway gebruikt. Feedback van leverancier naar Impala werd via dezelfde gateway verwerkt.

IMPORTANT

Het aantal aanvragen aan buitenlandse leveranciers – ooit meer dan 40.000 per jaar – daalde vanaf 2001 erg sterk tot 5.500 in 2010. Impala klanten gebruiken de beschikbare e-informatie en zoeken goedkopere alternatieven voor dure leveranciers zoals BLDSC en INIST. Zij vinden die in Subito en het NCC/IBL-systeem. Met een initiële subsidie van Sabido – het Samenwerkingsverband Archief Bibliotheek en Documentatie van de Nederlandse Taalunie – werd Impala in oktober 2004 gelinkt met het NCC/IBL-systeem van Nederland. Meer dan 400 bibliotheken in Nederland werden zo bereikbaar voor de Impala gebruikers. Vanuit Impala wordt de gebruiker verbonden met het NCC/IBLsysteem. De verwerking van de aanvragen en de facturatie gebeurt volledig in het NCC/ IBL-systeem. De kosten worden rechtstreeks doorgerekend naar de Belgische bibliotheek en de standaard NCC/ IBL-tarieven worden gehanteerd. Toch maakt slechts een klein aantal Belgische bibliotheken gebruik van de link, vooral dan voor het aanvragen van boeken.

Buitenlandse projecten

Impala speelde een faciliterende rol in enkele internationale projecten waaronder een project van de Universiteit van Luik in Benin, Afrika (documentlevering) en het Copeterproject van de Europese Unie ter verbetering van centrale catalogi en IBL-systemen voor verschillende universiteiten in Sint-Petersburg, Rusland.⁴

Efficiëntie: snelheid en honoreringspercentage

Snelheid en honoreringspercentage zijn bepalend voor een efficiënte dienstverlening. De alomtegenwoordigheid van elektronische informatie – beschikbaar 24/7 – heeft een belangrijke impact gehad op de gebruikersverwachtingen ten aanzien van IBL en documentlevering. E-resources zijn just in time beschikbaar van om het even waar en meestal ook zonder meerkost voor de eindgebruiker. IBL en documentlevering kunnen zich daarmee niet meten. De leverende bibliotheken en Impala stellen alles in het werk om nauw bij deze gebruikersverwachtingen aan te sluiten. Zij doen dat door het gebruik van goede ICT-tools en door onderlinge afspraken om snel te reageren op binnenkomende aanvragen.

Snelheid

Op verschillende etappes van de aanvraag wordt ingespeeld op het aspect snelheid.

  • Documenten worden elektronisch besteld met aanduiding van vijf potentiële leveranciers. Bij negatief antwoord van de eerste leverancier wordt de aanvraag automatisch verder gestuurd.
  • Bibliotheken worden via e-mail geattendeerd op inkomende aanvragen.
  • Afspraak: dagelijks opvolgen van inkomende aanvragen en antwoorden binnen de 48 uur met de melding: succes of mislukt.
  • Impala houdt rekening met de sluitingsperiode van leveranciers.
  • Toezicht op snelle documentleverantie via duidelijke statusinformatie per aanvraag en dagelijks bijgewerkte statistische informatie over het aantal aanvragen en leveringstijden. Elke bibliotheek kan zo haar eigen prestaties evalueren en voor haar eigen bestellingen de beste leverancier zoeken.

De mediane leveringstijd voor een fotokopie van een artikel bedroeg in 2010 48 uur. M.a.w. een lezer die een tijdschriftartikel bestelt, verkrijgt dit in de helft van de gevallen binnen de 48 uur. Deze snelle responstijden worden gerealiseerd dank zij elektronische levering die de laatste jaren in omvang is toegenomen (zie verder).

De mediane leveringstijd voor een fysiek object blijft de laatste jaren stabiel op 118 uur of vijf dagen. Met andere woorden: een lezer die een monografie/object leent van een andere bibliotheek moet daar in doorsnee 5 dagen op wachten. De leveringstijden liggen hoger dan deze van een tijdschriftartikel en dat is ook logisch: een monografie wordt immers via post of pendel geleverd – trager dus dan een elektronische levering van een pdfkopie – en bovendien kunnen de gevraagde materialen in de gesolliciteerde bibliotheek uitgeleend zijn. In dat geval wordt de aanvraag doorgestuurd naar een volgende bibliotheek. Elke volgende stap creëert bijkomende vertraging.

Honoreringspercentage

De honoreringspercentages voor tijdschriftartikelen zitten op een erg hoog niveau van 87 tot 89 procent. Het honoreringspercentage van monografieën ligt doorgaans lager aangezien materialen wegens leen onbeschikbaar kunnen zijn bij de leverancier. Nochtans merken we sinds de toetreding van de Vlaamse openbare bibliotheken een opmerkelijke stijging van 71 procent in 2001 tot 85 procent in 2010. Allicht is dit toe te schrijven aan een doordacht gebruik van Impala en de daarmee gekoppelde online catalogi waarin ook de beschikbaarheid van een document wordt getoond. Openbare bibliotheken bestellen in de regel materialen waar deze niet uitgeleend zijn.

Elektronische leveringen en auteursrecht

Als resultaat van het VirLibproject (1995-2000)⁵ startten verschillende Impalabibliotheken medio jaren negentig met de elektronische levering van kopieën van tijdschriftartikelen. Voor het scannen en verzendklaar maken van de kopieën maken de meeste bibliotheken gebruik van de Ariel-toepassing. Gedigitaliseerde bestanden worden via deze toepassing naar een e-mailadres verstuurd. Dit e-mailadres wordt ook in Impala geregistreerd. Op die manier weet elke leverende bibliotheek naar welk adres bestanden verzonden moeten worden. Het kan hier gaan om een lokaal e-mailadres of om het centraal beheerde adres virlib@lib.ua.ac.be. In het eerste geval stuurt de leverende bibliotheek het bestand rechtstreeks naar de aanvragende bibliotheek. Impala heeft verder geen weet van de elektronische levering. In het tweede geval worden de binnenkomende documenten automatisch verwerkt door Impala. Impala converteert de geleverde bestanden indien nodig naar PDF, bewaart het bestand (tijdelijk) op de server en presenteert de URL bij de aanvraag. De aanvragende bibliotheek kan het document downloaden, afdrukken of via post of e-mail doorsturen naar de eindgebruiker.

IMPORTANT

Tot 2009 was het gebruik van het centrale VirLib-adres voorbehouden voor betalende klanten. Vanaf 2010 kan elke Impala-bibliotheek van dit centrale adres gebruik maken. Dat verklaart meteen de sprong die het aantal e-leveringen maakte van 19.033 in 2009 tot 29.797 in 2010. Daarnaast werden en worden documenten afgeleverd op lokale e-mailadressen. Hoewel Impala hiervan geen kennis heeft, kan men wel stellen dat in 2010 meer dan drie vierde van alle fotokopieën van artikelen op elektronische wijze werden geleverd.

De elektronische leveringen stellen nieuwe vragen in verband met het auteursrecht. Een fotokopie maken kan op basis van de zogenaamde uitzonderingen voor de privékopie en deze voor onderwijs en onderzoek. Maar hoe zit het met het auteursrecht en de elektronische kopie? Sommige juristen zijn van oordeel dat het toesturen van een e-kopie moet gekarakteriseerd worden als een mededeling aan het publiek. In dat geval valt zo een e-kopie onder het verbodsrecht en zou dit enkel kunnen via een voorafgaandelijke toestemming van de rechthebbenden. Maar evengoed kan gepleit worden dat dit valt onder de uitzondering voor de privékopie. Er wordt namelijk geen databank aangelegd waaruit het publiek zijn kopieën zou kunnen kiezen. En in alle geval is de e-kopie niets anders dan de vroegere fotokopie. Alleen komt de e-kopie sneller toe bij de aanvrager door gebruik te maken van moderne ICT-middelen.

Bestellen en leveren aan eindgebruikers

Impala is een bestelsysteem voor bibliotheken, niet voor eindgebruikers. Toch hebben enkele Impala bibliotheken een uitbreiding voor eindgebruikers opgezet. Voor de Universiteit Antwerpen en de Universiteit Hasselt werd een toepassing ontwikkeld waarmee eindgebruikers elektronisch IBL-aanvragen kunnen plaatsen en opvolgen⁶. De belangrijkste functies zijn:

  • identificatie van gebruiker op basis van naam en paswoord
  • betaling cash of via facultaire kredieten
  • plaatsing van aanvragen via de UA-catalogus, via link resolver in een databank of als vrije aanvraag 
  • valideren van de aanvraag door de bibliotheek
  • feedback naar de eindgebruiker via e-mail over de status van de aanvraag
  • feedback via de website van de bibliotheek
  • elektronische levering aan de eindgebruiker
  • financiële afhandeling bij betaling via facultaire kredieten.

Bibliotheekgebruikers van de Universiteit Antwerpen zijn gedurende de laatste jaren erg vertrouwd geraakt met deze toepassing: nagenoeg alle aanvragen worden door de eindgebruikers zelf elektronisch ingediend. Men mag aannemen dat dit ook zo is in andere universiteitsbibliotheken.

Kritische succesfactoren: betrouwbaarheid, eenvoud en lage kosten

Een recente studie over IBL in de Universiteit Gent zegt het klaar en duidelijk: vergeleken met andere systemen vinden bibliothecarissen dat het weinig inspanningen vergt om Impala te leren gebruiken en dat het gebruik ervan zeer eenvoudig is. Het systeem is daarenboven erg betrouwbaar en het spaart tijd en kosten⁷. Dit zijn de kritische succesfactoren van Impala.

Eenvoud

Het gebruik van Impala is eenvoudig aan te leren binnen de twee uur. Gebruikers kunnen meteen na de opleiding aan de slag. Impala is goed gedocumenteerd met een handleiding in het Nederlands en Frans. De helpdesk staat ter beschikking tijdens de werkdagen van 9.00 uur tot 17.00 uur.

Gebruikers hebben enkel een browser nodig om zich via het web aan te melden. De toepassing is drietalig (Nederlands, Frans en Engels) en aanvragen worden indien nodig onderling uitgewisseld met andere IBL-systemen.

Impala geeft duidelijke informatie over de status van de aanvraag en de doorlooptijd van de diverse onderdelen in het IBL-proces:

  • van bestelling door de aanvragende bibliotheek tot de mededeling succes door de leverende bibliotheek
  • van verzending door de leverende bibliotheek tot bevestiging van ontvangst in de aanvragende bibliotheek
  • van bestelling door de aanvragende bibliotheek tot de melding mislukt door de leverancier.

Op basis van de informatie aanwezig in Impala kan een IBL-dienst aan de lezer feedback geven over de status van zijn/haar aanvraag.

Betrouwbaarheid

Het Impala systeem is volcontinu beschikbaar, 7 dagen per week en 24 uur per dag, behoudens onderbrekingen voor onderhoud of netwerkproblemen.

Kosten

De instapkosten voor aansluiting en opleiding zijn laag (250 euro). Er moet geen jaarlijkse fee worden betaald. Aangesloten bibliotheken betalen voor elke geslaagde aanvraag een transactiekost van 0,61 euro (de transactiekost volgt de evolutie van de posttarieven voor genormaliseerde zending). Mislukte aanvragen worden niet aangerekend.

Clearinghouse

Bovenop de Impala transactiekost betalen bibliotheken aan elkaar voor de geleverde documenten. Wetenschappelijke bibliotheken hanteren tarieven die in een ver verleden zijn vastgelegd door de Nationale Conferentie van Universitaire Hoofdbibliothecarissen. De Vlaamse openbare bibliotheken rekenen elkaar geen leveringskosten aan voor boeken.

Het centrale clearinghouse maakt de onderlinge verrekening van de kosten voor levering van documenten tussen Belgische bibliotheken zeer eenvoudig. Bibliotheken hoeven elkaar geen individuele facturen toe te sturen. Via het clearinghouse ontvangt elke bibliotheek per trimester één factuur of creditnota voor haar globale IBL-verkeer via Impala.

Toekomst

Impala kan in 2011 haar twintigste verjaardag in schoonheid vieren. Het heeft gezorgd voor de nodige structuur in het chaotische en trage IBLverkeer in België. De toepassing staat garant voor een hoge kwaliteitsservice met een uitstekend honoreringspercentage en snelle leveringstijden. Dit is in eerste instantie het resultaat van de dagelijkse inspanningen van de 620 Impala partners, die de auteurs van dit artikel daarvoor willen danken.

Impala heeft zich weten stand te houden in een informatielandschap dat de laatste twintig jaar drastisch wijzigde met de komst van elektronische informatiebronnen die snel, overal en altijd toegankelijk zijn en waarvan de kosten meestal niet door de eindgebruiker maar door haar/ zijn instelling of de overheid, worden gedragen. Het aantal aanvragen voor tijdschriftartikelen is sterk gedaald sinds 2001, maar het aantal leenaanvragen voor boeken – hoofdzakelijk geplaatst door openbare bibliotheken – heeft dit verlies voor een deel gecompenseerd.

De toekomst van Impala ziet er minder rooskleurig uit. De beschikbaarheid van nog meer e-tijdschriften ook in de humane en sociale wetenschappen, openaccesspublicaties, e-boeken, projecten rond digitalisering van oudere boeken – met name Google Books – zorgen ervoor dat gebruikers minder afhankelijk zullen worden van IBL-diensten. Documentlevering wordt daardoor minder belangrijk en nieuwe nog strengere maatregelen met betrekking tot auteursrecht kunnen deze tendens nog versterken. Het leenverkeer van boeken zal nog stand houden gedurende de komende jaren. De rol van Impala is nog niet uitgespeeld, maar een hoofdrol in dit gewijzigde landschap is voor haar niet meer weggelegd.

 

¹ LINE, Maurice, National interlending systems: a comparative study of existing systems and possible models, Paris, 1980, 134p.
² WOODS, Bronwen en IRELAND, Michael, ‘eBook loans- an e-twist on a classic interlending service’, in: Interlending & Document Supply, 36 (2008) 2, p. 105-115.
³ GOEDEME, Guido en VANDERPIJPEN, Willy, ‘De federale overheidsbibliotheken’, in: Bibliotheek- & archiefgids, 85 (2009) 1, p. 53-56.
⁴ VAN BORM, Julien, ‘To Russia with love. Copeter: an European Union project in St. Petersburg for library co-operation in general, ILDS in particular’, in: Interlending & Document Supply, 32 (2004) 3, p. 159-163.
⁵ CORTHOUTS Jan, VAN BORM, Julien en PHILIPS, Richard, ‘VirLib: elektronische documentleverantie in Impala’, in: Bibliotheek- & archiefgids, 76 (2000) 3, p. 14-21.
⁶ CORTHOUTS, Jan, ‘Documentleverantie in een elektronische omgeving’, in Bibliotheek- & archiefgids, 73 (1997) 5, p. 171-176. 
⁷ VAN BORM, Julien, IBL in tijden van just in time: Een doorlichting van het IBL in de bibliotheken van de UGent, Gent, Universiteitsbibliotheek, 2010, 88p.

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be