Allereerst proficiat met het boek. Wat vinden jullie als auteurs de belangrijkste boodschap?
Heidi: We willen met het boek tonen dat het muzikaal erfgoed in Vlaanderen en Nederland ontzettend rijk en gevarieerd is, en dat er heel wat spelers betrokken zijn bij de zorg voor dat erfgoed. Meer dan je misschien op het eerste zicht zou vermoeden. Het boek laat ook zien dat muzikaal erfgoed leeft, dat er mooie dingen gerealiseerd worden. Maar tegelijk geven we ook duidelijk aan dat we ons einddoel nog niet bereikt hebben en dat ons nog een groot aantal uitdagingen wachten. In het aanpakken daarvan kunnen Vlaanderen en Nederland veel van elkaar leren.
Ellen: We hadden vooral een aantal doelstellingen voor ogen, al zijn die in de loop van het proces wel veranderd. Vanaf het begin was het duidelijk dat we dit boek aan de beleidsmakers moesten richten om het belang van muzikaal erfgoed aan te tonen. Daarnaast moest het boek ook beheerders van muzikaal erfgoed iets concreet in handen geven. Twee totaal verschillende belangen dus die een rol speelden bij de totstandkoming van het boek. Uiteindelijk werd met de uitwerking het zwaartepunt toch meer verplaatst naar de mensen in het erfgoedveld. Voor hen moet het boek niet alleen informeren maar ook tot de verbeelding spreken.
Heidi: Vanuit Resonant hebben wij het boek ook wel opgevat als een begin voor meer. Resonant heeft de voorbije jaren zijn doelgroepen geleidelijk aan verbreed. Dit boek is dan eigenlijk het opstapje om die nieuwe doelgroepen een duidelijk beeld te geven van de sector en hoe met muzikaal erfgoed wordt omgegaan. Zo kunnen we hen misschien gemakkelijker aanzetten tot projecten rond dat erfgoed. We willen stimuleren en ondersteunen tegelijk.
Waarom hebben jullie niet gekozen voor verschillende handboeken, voor elke doelgroep één?
Ellen: Ja, we hebben het onszelf inderdaad niet gemakkelijk gemaakt. Want als je verschillende doelgroepen wil aanspreken, dan maak je het jezelf heel moeilijk om een boek te maken dat voor iedereen ook daadwerkelijk bruikbaar is. Maar voor het alternatief, verschillende handboeken, was de tijd nog niet rijp. Daarvoor bestond er in de sector nog teveel behoefte aan een ruime blik op muzikaal erfgoed. Eentje die dat erfgoed in al zijn breedheid benadert en er de verschillende aspecten van toont. Een overzicht biedt, zeg maar. Achter de muziek aan is de eerste publicatie ooit in die zin
Heidi: Verschillende handboeken maken, die meer specifiek afgestemd zijn op de groepen die met muzikaal erfgoed in contact komen, is wel een volgende stap. Resonant zal in 2011 die vraag al voor een deel opvangen, omdat we beseffen dat bepaalde groepen nood hebben aan meer technische informatie, bijvoorbeeld op het vlak van documentbeheer, conservatie of restauratie.
Ellen: Een tweede reden waarom de opzet van het boek zo breed mogelijk gehouden is, is dat erfgoed niet stopt bij de grens. Nederland en Vlaanderen hebben voor een groot deel hetzelfde erfgoed en dus dezelfde problemen. Het lag daarom voor de hand om samen iets te doen. Dat heeft de inhoud van het boek mee bepaald. In het begin hebben we ons heel sterk op archieven gericht en op de technische taal waarmee archivarissen over muziek en muziekdocumenten praten. We waren zo technisch bezig, dat ik mezelf niet meer in het boek herkende. Als bibliothecaris kan ik ook verschillende gebreken bij erfgoedbeheerders makkelijker vaststellen. En ik merkte dat we voor hen op een aantal basale vragen geen antwoord boden. Het moest dus toegankelijker en algemener. Wat voor soorten muzikaal erfgoed zijn er bijvoorbeeld? Waar hebben we het nu eigenlijk over? In de aanloop naar het boek hebben we in 2008 in Den Haag een eerste discussiedag georganiseerd waar we verschillende erfgoedinstellingen aan het woord hebben gelaten. Zo konden we ons als kleine niche aansluiten bij een groter geheel. We wilden zoveel mogelijk bestaande ideeën en praktijken integreren in ons boek.
In hoeverre kan dit boek de tegenstelling tussen archief- en bibliotheekbenadering overbruggen?
Ellen: Ik denk dat de bibliotheek- en archiefsector naar elkaar toegroeien. De tegenstelling zit voornamelijk in het ontsluiten van informatie en de systemen die je daarvoor gebruikt. Met de moderne mogelijkheden zie je dat bibliotheken en archieven steeds meer naar één ontsluitingssysteem evolueren. In het hoofdstuk over ontsluiting leggen we uit welke systemen en ontwikkelingen er zijn en welke grenzen nu juist vervagen. Het boek biedt dus een overzicht van wat er is.