Archief en Democratie: De eerste virtuele tentoonstelling van het Rijksarchief.

META Nummer 2011 / 2

Archief en Democratie: De eerste virtuele tentoonstelling van het Rijksarchief.

Geschreven door
Gepubliceerd op 01.03.2011

Eind november 2009 trad ook het Rijksarchief het digitale tentoonstellingstijdperk in. Met Archief en Democratie ging een drietalige (Nederlands, Frans, Duits) educatieve en virtuele tentoonstelling online. De website http://www.archief-democratie.be wil de bezoeker in eerste instantie bewust maken van het feit dat archieven een maatschappelijke functie hebben en een degelijk archiefbeleid een absolute voorwaarde is voor elke moderne democratie. Deze boodschap werd verpakt in talrijke interacties en animaties, foto's en . lmpjes, en last but not least een reeks archiefdocumenten.

Waarover gaat ‘Archief en Democratie’?

Archieven vormen een actieve graadmeter van de democratie, en zijn geen passieve ondersteuning ervan. De mate van raadpleegbaarheid van archief is recht evenredig met het democratische gehalte van de samenleving die het archief in kwestie bewaart.

De consequenties van deze stelling zijn niet gering. Ze zorgen voor een dubbelzijdige verantwoordelijkheid. Archieven zijn in deze optiek niet langer louter bewaarinstellingen, maar hebben een belangrijke maatschappelijke rol te vervullen. De wetgevende en de uitvoerende macht moeten er binnen een democratie voor zorgen dat archieven voldoende middelen hebben om deze missie waar te maken.

Dat het aan financiële middelen vaak ontbreekt, hoeft geen betoog. Toch gaat de archiefwereld de uitdaging aan, en wordt de laatste jaren veelvuldig gepubliceerd en gedebatteerd over het verband tussen archief en democratie in ruime zin. Het komt letterlijk aan bod in de beginselverklaring van de International Council on Archives (ICA): “Archives constitute the memory of nations and of societies, shape their identity, and are a cornerstone of the information society. By providing evidence of human actions and transactions, archives support administration and underlie the rights of individuals, organisations and states. By guaranteeing citizens’ rights of access to official information and to knowledge of their history, archives are fundamental to democracy, accountability and good governance.” Exemplarisch is ook de slagzin van de National Archives in de Verenigde Staten: “Democracy starts here.”

Met het project 'Archief en Democratie’ wil ook het Belgisch Rijksarchief zijn gebruikers/lezers/bezoekers aanzetten tot reflectie over het belang van archieven voor een democratische samenleving. Daarnaast is het project een opportuniteit om de werking van het Belgisch Rijksarchief in maatschappelijk perspectief te plaatsen.

Zowel ‘archief’ als ‘democratie’ zijn ruime begrippen die vele interpretaties toelaten. Het was dus zaak enkele duidelijk afgelijnde thema’s te bepalen. Exhaustief zijn, is in deze materie onmogelijk. We beperkten ons tot vier grote thema’s, die we verwerkt wilden zien in de website A&D.

Het eerste thema, ‘Archief ten dienste van burger en samenleving. Toegang & transparantie’, focust op de algemene relatie tussen archief en burger/samenleving. Het belang van archieven voor de rechten bewijszoekende burger is daarbij een eerste belangrijk aspect. De burger die recht heeft op openbaarheid van bestuur en die zijn overheid via archieven ter verantwoording kan roepen, botst echter vaak op archiefbestanden die om allerlei redenen slechts beperkt of zelfs helemaal niet toegankelijk zijn. Nochtans is openbaarheid van bestuur een grondrecht en een essentiële voorwaarde om van een ‘moderne democratie’ te kunnen spreken. Openbaarheid van bestuur maakt controle van de burger op de overheid mogelijk. Controle betekent dan niet enkel retrospectief bepalen wat slecht gefunctioneerd heeft, maar betekent ook nagaan wat vatbaar is voor verbetering. Het gaat om een actief proces dat de betrokkenheid van de burger bij het bestuur verhoogt. Gebrekkige archiefzorg kan in dit opzicht beschouwd worden als een gebrek aan respect voor de burger. Slecht dossierbeheer maakt de controle op het overheidshandelen immers feitelijk onmogelijk.

Volgende stap is dat controlemechanismen maar waarde hebben als ze op authentieke bronnen gebaseerd zijn. Archieven staan als primaire bronnen garant voor deze authenticiteit. Een bewijs- en/ of rechtzoekende burger kan er zijn rechten mee afdwingen, nagekomen verplichtingen aantonen, enz. De overheid kan langs haar kant via archieven verantwoording afleggen over haar beleid, een principe dat niet in de tijd beperkt mag zijn.

Een democratische overheid moet er dus voor zorgen dat haar archieven toegankelijk, beschikbaar, volledig, leesbaar en raadpleegbaar zijn. Tegelijk moeten de persoonlijke levenssfeer en de nationale veiligheid gerespecteerd worden, zodat soms beperkende bepalingen van openbaarheid gelden, zonder dat evenwel informatie mag worden vernietigd. Als er in deze kwestie al een evenwicht bereikt wordt, is het vaak broos en wankel.

Een volgend thema dat we uitwerkten, kan onder de noemer ‘Archief en democratie in gevaar’ worden gevat. Het stelt de invloed van oorlog, dictatuur, regimewissels en rampen op archieven centraal: stuk voor stuk elementen die in de eerste plaats een bedreiging vormen voor de democratische rechtstaat, maar ook een rechtstreekse invloed hebben op de archieven die in de staat in kwestie worden bewaard. Een bedreiging van de democratische fundamenten van een samenleving gaat immers doorgaans gepaard met een bedreiging van de overheidsarchieven van deze samenleving.

Dat archieven in oorlogssituaties een cruciale rol kunnen gaan spelen in machtsstrategieën allerhande is duidelijk. Zo werd in eigen land tijdens de Tweede Wereldoorlog archiefroof gepleegd door de Duitse bezetter. Ook de toenmalige opmaak van het Jodenregister door de (Belgische) gemeentelijke overheden op bevel van de bezetter geeft aan hoe archieven misbruikt kunnen worden in tijden van oorlog. 

Daarnaast kunnen archieven aan fysiek oorlogsgeweld ten prooi vallen: bombardementen, brandstichting, enz. Een hedendaags voorbeeld is de situatie in Irak. In 2003 werd daar het gebouw dat de nationale bibliotheek en archief huisvestte, getroffen door brand, werden de bureaus van de ministeries van de Irakese overheid – gevuld met administratieve archieven – gebombardeerd en geplunderd en werden tal van culturele instellingen over het hele land verwoest.

We staan ook stil bij het effect van een dictatoriaal of repressief beleid op het archief van de samenleving in kwestie, en bij de rol van archieven bij de overgang van dictatuur naar democratie. Informatie en macht gaan hand in hand, zoals de bespreking van de omgang met archieven in oorlogssituaties al duidelijk maakte. Kenniscentra zoals archieven kunnen als strategisch machtsmiddel worden ingezet. Repressieve regimes vormen vaak ontzettend veel archief, dat vervolgens als onderdrukkingsmechanisme wordt misbruikt. Het zijn meestal zeer bureaucratische en zeer controlerende systemen, waarin het uitvoeren van elk bevel goed moet worden gedocumenteerd. Het Stasi-archief van de voormalige Duitse Democratische Republiek vormt hier een ‘mooi’ voorbeeld van. Het spreekt voor zich dat indien archieven als machtsmiddel worden ingezet, waarden en principes van de democratische rechtstaat zoals transparantie, toegankelijkheid, verantwoording, verantwoordelijkheid en respect voor de rechten en de vrijheid van de burger in gevaar komen.

Wat de rol van archieven in democratiseringsprocessen betreft, stelt men vast dat wanneer repressieve regimes worden opgedoekt, de eerste reactie er vaak in bestaat, de sporen van het (onaangename) verleden uit te wissen en met een nieuwe lei te beginnen. Gelukkig zijn binnen de archivistische wereld waakhonden actief om dit te voorkomen. Archieven kunnen er immers toe bijdragen recht te laten geschieden. Na het verdwijnen van een repressief regime is de aanwezigheid en raadpleegbaarheid van authentieke archiefdocumenten gevormd door dat regime van cruciaal belang voor de wederopbouw van of overgang naar een democratische samenleving.

Maar ook bij minder spectaculaire politieke omwentelingen zoals staatshervormingen is extra waakzaamheid geboden, opdat archieven correct in de nieuwe structuren geïntegreerd worden, niet verloren of beschadigd raken in de chaos van het moment. Bij de overdracht van bevoegdheden zijn duidelijke afspraken nodig tussen rechtsvoorgangers en rechtsopvolgers, opdat ook in de toekomst de archieven volledig toegankelijk blijven voor de burger.

Tot slot zijn archieven onderhevig aan bedreigingen waar de mens geen schuld aan heeft. Anticiperen kan en moet echter wel. Want calamiteiten kunnen evenzeer catastrofes aanrichten voor het collectieve en individuele geheugen. In het buitenland zijn extreme voorbeelden te vinden, maar ook Belgische archiefinstellingen werden en worden geconfronteerd met storm-, wateren brandschade. 

‘Archief en mensenrechten’ vormt thema drie. Binnen het ruime mensenrechtendebat neemt, parallel met het groeiend belang van het internationaal strafrecht, de bewustwording rond de essentiële rol van archieven als bewijsmateriaal een steeds hogere vlucht.

Over het algemeen beschikken schenders van de mensenrechten over veel invloed, macht en/of gezag en zijn ze zich bewust van het verboden karakter van hun daden. Ze beseffen dat ze er mogelijk ooit verantwoording over zullen moeten afleggen. Bijgevolg vermijden ze in de mate van het mogelijke geschreven communicatie en besteden ze veel zorg aan het vermijden van sporen die in hun richting kunnen wijzen. Dodelijke slachtoffers worden opgelost in een zuurbad, verbrand of begraven in verborgen massagraven. Overlevenden of familieleden van slachtoffers hebben doorgaans de tegenovergestelde reactie en gaan op zoek naar sporen van het onrecht. Meestal zijn die niet klaar en duidelijk terug te vinden, maar gaat het om subtiele aanwijzingen in administratieve rondzendbrieven, briefwisseling, verslagen van vergaderingen of ontmoetingen, rekeningen, reispassen, agenda’s, wetteksten, krantenartikels, radio- of televisie-uitzendingen, enz. Zonder archivering van deze bronnen zouden de slachtoffers en hun familie nergens staan. Archieven spelen een cruciale rol om het bewijs van de feiten te leveren, om de aansprakelijkheid voor gepleegde misdrijven vast te stellen en om de rechten van de slachtoffers en hun familie op eerherstel of schadevergoeding te ondersteunen.

De interesse binnen de archiefwereld voor zijn rol in het mensenrechtendebat is te koppelen aan de geopolitieke ontwikkelingen die zich in de jaren zeventig, tachtig en negentig van de vorige eeuw hebben voorgedaan. Steeds blijken archieven een aanzienlijke rol te spelen bij de transformatie naar grotere transparantie en (pogingen tot) herstel van het geleden onrecht.

De kadering van het laatste thema, ‘Archief en collectieve identiteitsopbouw’, binnen het algemene onderwerp ‘Archief en Democratie’ behoeft wat meer uitleg dan de voorgaande thema’s. Democratie is een ideaal waarvan de realisatie via democratisering dichterbij komt. Of nog: democratie is een toekomstgericht project, is steeds in ontwikkeling. Een samenleving kan echter pas vooruit kijken als het verleden een plaats heeft, als ze kan buigen op een integer geheugen, zodat op een organische manier een collectieve identiteit kan worden gevormd. Archieven vrijwaren dit recht op een eigen geschiedenis en staan mee garant voor het geheugen van de samenleving. Al kunnen we ‘hét geheugen’ best tussen aanhalingstekens plaatsen. Waar enkel op de grootste gemene deler wordt gefocust, dreigt immers manipulatie en/of revisionisme. We besteedden ook aandacht aan de archieven van minderheden in een samenleving. Nog al te vaak gaat hier veel te weinig structurele aandacht naartoe zodat deze groepen tussen de mazen van het net (dreigen te) vallen wat collectieve identiteitsopbouw en overlevering betreft.

Waarom en voor wie?

Tot daar de grote thema’s die het Rijksarchief in het project ‘Archief en Democratie’ wilde verwerken. We zijn immers overtuigd dat we als archiefinstellingen niet alleen moeten zorgen dat ons publiek vertrouwd raakt met de waardevolle bestanden die we bewaren, maar dat we er eerst en vooral voor moeten zorgen dat de waarde van archieven an sich voor een democratische samenleving (h)erkend wordt. 

We waren ons ervan bewust dat A&D geen evident thema is om behapbaar te maken voor een niet-gespecialiseerd publiek. Om hierin te kunnen slagen, zouden we veel aandacht, tijd en middelen in de vorm moeten steken. Virtueel gaan leek ons de beste optie. Het Rijksarchief wilde met deze tentoonstelling niet de geschiedenis van de democratie vertellen, geïllustreerd aan de hand van archiefdocumenten. Wél wilden we bewustwording creëren rond het belang van archieven voor een moderne democratie. Dit rijke en veelzijdige onderwerp leek ons moeilijk in een klassieke tentoonstelling te gieten, waarbij archiefdocumenten in vitrines worden gelegd, geflankeerd door tekstpanelen. Maar er waren nog andere redenen om virtueel te gaan. 

De functie van archieven is de laatste decennia ernstig gewijzigd. Archieven moeten hun rol als kenniscentrum actief gaan uitdragen en zich daarbij rechtstreeks tot burger en maatschappij richten. In deze context is de ontwikkeling van een interactieve omgeving waarin informatie-, kennis- en cultuuroverdracht centraal staan, cruciaal. Met de realisatie van een interactieve virtuele tentoonstelling sluit het Rijksarchief zich aan bij deze internationale tendens, die ondersteund wordt door de ICA, de Internationale Archiefraad.

 De keuze om virtueel te gaan, heeft ook te maken met de doelgroep die we met dit project voor ogen hadden: jeugd en onderwijs, en meer specifiek de derde graad van het secundair onderwijs. Nadat het in de jaren negentig een tijdlang over een educatieve dienst beschikte, wilde het Rijksarchief met A&D opnieuw het onderwijs bereiken, weliswaar in een intussen sterk veranderende context. Waarom is het voor het Rijksarchief zo belangrijk om jongeren te bereiken? We willen jongeren bewust maken van het belang van archieven, voor de democratie, voor de samenleving, en voor ieder van ons. Deze boodschap is tegelijk de rode draad doorheen de A&D-website. Doelgroepenwerking is bovendien één van de pijlers van het ‘mission statement’ van het Rijksarchief: “Het Rijksarchief is een erkende partner binnen het erfgoedveld die de opdracht heeft dit patrimonium via alle mogelijke middelen aan de verschillende doelgroepen ter beschikking te stellen.”

Overleg met de pedagogische sector en onze eigen ervaring leerde dat het steeds moeilijker wordt scholen naar Brussel te krijgen voor een klassieke archieftentoonstelling. Bovendien worden op het gebied van scenografie en interactiviteit vandaag de dag aan tentoonstellingen steeds zwaardere eisen gesteld, die om zeer hoge budgetten vragen… Als scholen niet meer of moeilijker tot bij ons geraakten, moesten wij dus naar de scholen toe, en daarvoor is een virtuele omgeving ideaal. Leerlingen krijgen zowel thuis als in de klas een interactieve toegang tot de wereld van de archieven. Dat de Europese Commissie en de Vlaamse en Franstalige onderwijsministeries aandringen op de implementatie van informatie- en communicatietechnologie in andere lessen dan het vak informatica, betekent een mooie ruggensteun voor het project. 

De expo wil een wetenschappelijk en educatief verantwoord product zijn, dat dus speciaal is geconcipieerd om jongeren aan te spreken: online, interactief (met doe-opdrachten en een ‘test je kennis’- of quizluik), sterk visueel. Leerkrachten kunnen zich inloggen om extra info, lesopdrachten, lessuggesties enz. op te roepen.

Om zoveel mogelijk te beantwoorden aan de hedendaagse normen op het vlak van webontwerp en -design, hebben we samengewerkt met een productiehuis met de nodige ervaring in het werken voor een jong publiek, Impressantplus. Bijkomend voordeel was dat Impressantplus ruime ervaring heeft in het uitwerken van projecten voor de erfgoedsector en zelfs specifiek in archiefgerelateerde projecten. Best practices – qua vorm – waren voldoende voorhanden. Vooral in de Angelsaksische wereld werkten nationale archiefinstellingen het laatste decennium talrijke geslaagde online tentoonstellingen uit. Toch werd ‘Archief en Democratie’ geenszins een kopie. Het concept werd volledig op maat uitgewerkt.

De lancering

De lancering van de virtuele tentoonstelling op 25 november 2009 ging gepaard met een studiedag in de Senaat. Zo kreeg het project de nodige naambekendheid, maar grepen we tevens de kans het onderwerp ‘Archief en Democratie’ ook vanuit een meer academische invalshoek te bekijken.¹

Op de studiedag stelden keynotesprekers uit archiefwereld, politiek, onderwijs, universiteitswezen e.a. het belang van archieven voor een democratie centraal. Daarnaast ging specifieke aandacht uit naar de relatie tussen archiefinstellingen en de onderwijswereld. Het debat dat in dit kader werd gehouden, leverde enkele interessante conclusies op. De leerkrachten die aan het debat deelnamen, vonden de idee van een virtuele tentoonstelling van archiefmateriaal als aanvulling op handboeken en bronnenboeken zeer positief, op voorwaarde dat ze een meerwaarde betekent. Ook kunnen virtuele projecten een bezoek aan een archiefdienst niet zomaar vervangen. Probleem is echter dat de communicatielijnen tussen archieven/erfgoedsector en het onderwijsveld niet altijd optimaal open staan. Zaak is meer in te spelen op de concrete vragen vanuit het onderwijs. Debaters vanuit de universiteitswereld (vakdidactici) wezen op het belang van archieven in de geschiedenisles als aanvulling van/correctie op vigerende concepten van erfgoed- en herinneringseducatie. De rol van archieven in de kennismaking van leerlingen met wetenschappelijke praktijken werd ook aangestipt.

De opbouw van de website

De tentoonstelling/website werd in verschillende lagen opgebouwd. De eerste en meest toegankelijke laag is een zeer visuele, interactieve en narratieve laag die de gebruiker op een laagdrempelige manier – via preview-animaties – een speelse introductie geeft op de drie centrale modules: Archief ≠ oud papier; Geen democratie zonder archief!; Archief bedreigd = democratie bedreigd. Elke module bevat diverse subthema’s, waarvoor de bezoeker moet doorklikken.

De tekstblokken werden beperkt in omvang gehouden om de aandacht van de bezoeker actief gaande te houden, en werden met zeer concrete voorbeelden gestoffeerd. De kern van de website wordt gevormd door tientallen archiefdocumenten die elk (sub)thema illustreren en het geheel tot leven wekken. Het Rijksarchief verkoos bewust de archiefdocumenten niet statisch in een fotogalerij te tonen, maar – integendeel – interactieve toepassingen te voorzien. Dit laat de bezoeker toe echt op de documenten te werken via actieve doe-opdrachten. Elke leerling (of elke geïnteresseerde bezoeker in de meest brede zin) kan individueel de website doorlopen, volgens zijn/haar eigen ritme, interesses en associaties. Een vast parcours werd niet voorzien. Per module kan de gebruiker ten slotte zijn kennis testen met een quiz.

Om (bepaalde) thema’s klassikaal verder te kunnen uitwerken, biedt de website ook bijkomende didactische info voor de leerkrachten. Zij kunnen een profiel aanmaken, dat bevestigd wordt via e-mail, waarna hun account geactiveerd wordt. Eenmaal een leerkracht ingelogd is in het systeem kan hij/zij doorklikken naar een overzichtspagina waar alle informatie over lesopdrachten en lessuggesties gegroepeerd staat. Daarnaast verschijnt in de eigenlijke website per pagina een apart luik met extra informatie voor leerkrachten.

Een jaar later

Met projecten zoals ‘Archief en Democratie’ slaat het Rijksarchief nieuwe wegen in. Maar vernieuwing heeft pas zin als ze kwalitatief hoogstaand is en haar doel bereikt. Een kritische evaluatie dringt zich dus op.

De eerste resultaten van een tevredenheidonderzoek bij leerkrachten naar de website Archief en Democratie, zijn positief. Toch zijn dergelijke projecten voor het Belgisch Rijksarchief geen evidentie. Zo hebben we geen educatieve dienst. Het is de afdeling Communicatie – die verantwoordelijk is voor valorisatieprojecten in het algemeen – die de beperkte educatieve projecten van het Belgisch Rijksarchief op zich neemt. Een structurele inbedding ontbreekt vooralsnog.

“Met projecten zoals ‘Archief en Democratie’ slaat het Rijksarchief nieuwe wegen in. Maar vernieuwing heeft pas zin als ze kwalitatief hoogstaand is.”

Een bijkomende moeilijkheid is dat leerkrachten of de onderwijswereld in het algemeen zeer moeilijk te bereiken en te sensibiliseren zijn. Leerkrachten worden in België geconfronteerd met een enorm aanbod aan projecten en opvallen in de massa wordt alsmaar moeilijker, zeker wanneer het budget voor promotie beperkt is. Willen we projecten zoals ‘Archief en Democratie’ consolideren binnen de werking van het Rijksarchief, dan moeten meer structurele samenwerkingsverbanden met het onderwijsveld worden aangegaan.

IMPORTANT

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be