Integratie van informatievaardigheden in opleidingen

Informatie 2007 donderdag 13 tot vrijdag 14 september 2007

Integratie van informatievaardigheden in opleidingen

Wie:

Liesbet Eeckhout, Katholieke Hogeschool Kempen, Geel

Waar:

Aula II

Wanneer:

Donderdag 13 september 2007, 14.15u.

Abstract

Deze bijdrage geeft inzicht in doelen, uitdagingen en resultaten van het project ‘Werken aan informatievaardigheden met flexibel inzetbare leerobjecten’ dat aan de Associatie K.U.Leuven loopt in het kader van het onderwijsontwikkelingsfonds. Dit project heeft als hoofddoel de informatievaardigheid van studenten te verhogen. Een belangrijk uitgangspunt is dat de informatievaardigheid van studenten niet ten volle kan ontwikkeld worden in één informatievaardighedenvak. We willen komen tot een werken aan informatievaardigheden in zeer diverse opleidingsonderdelen zodat de informatievaardigheid van studenten optimaal ontwikkelt. Dit veronderstelt dat docenten met een eigen opleidingsonderdeel op een expliciete manier aandacht besteden aan aspecten van informatievaardigheden.

Heel wat docenten voelen zich echter onzeker op dit vlak, zien niet meteen mogelijkheden of zien niet onmiddellijk een meerwaarde voor het eigen opleidingsonderdeel. Een belangrijk element in dit project is daarom de samenwerking tussen bibliothecaris en docent. Bibliothecarissen leveren o.a. hun expertise in verband met de techniciteit van informatie en docenten bieden hun didactische en vakexpertise.

Concreet wil het project ondersteuningsmiddelen bieden aan docenten met zeer diverse opleidingsonderdelen. Om informatievaardigheden in een opleidingsonderdeel te kunnen expliciteren, krijgen docenten een aantal instrumenten ter ondersteuning: ‘Normen voor informatievaardigheden in het hoger onderwijs’, leerdoelen, PowerPoint-presentaties, zelfstudieleerobjecten voor studenten, open en gesloten opdrachten.

Verslag door Patrick Vanouplines

De rol van bibliothecarissen is veranderd, samen met die van docenten. De evolutie die we kennen gaat over meer dan alleen vaardigheden. De docent moet bewust gaan werken aan informatievaardigheden met behulp van de geboden instrumenten. Het uitgangspunt is de noodzaak aan continue ontwikkeling.

Vaardigheden en competenties worden vaak verloren of vergeten. Juist dit moet aangepakt worden. Doelen en uitdagingen van dit project zijn leerobjecten te zien als middelen, en maken dat de bibliothecaris en de docenten als partners werken.

Leerobjecten worden gedefinieerd als kleine pakketten van leerdoelen. Die kunnen didactisch, technisch, vakonafhankelijk of juist vakgerelateerd zijn. Docenten zien de meerwaarde van de werkwijze soms moeilijk. Daarom wordt vertrokken van concrete vragen. Hoe kan de docent ervoor zorgen dat studenten niet alleen gaan knippen en plakken met wat ze vinden, maar dat ze een eigen, origineel werk inleveren? En dat studenten meer dan alleen maar Google gebruiken? Hoe leer je ze correct te citeren? Vijf vragen - waaronder de drie hier aangehaald - worden in eerste instantie aangepakt. Om de docenten te ontlasten worden hiervoor zelfstudieobjecten ontwikkeld via SCORM-pakketjes, die gemaakt worden met Lectora. Met de pakketjes kan de student volgens eigen inzicht, bijvoorbeeld, eerst naar de oefeningen kijken, pas daarna naar de theorie, opnieuw gaan oefenen, en ondertussen een toets doen. Enerzijds wordt getracht vakonafhankelijke objecten te maken (wat goed is als basis), maar daarnaast zijn er vakgerelateerde objecten (met vakgerichte voorbeelden en figuren). De terugvindbaarheid van de objecten is eveneens een uitdaging.

Voor de opbouw van de leerobjecten werd vertrokken vanuit de bibliotheek, waar de noodzaak het meest aangevoeld werd. Uitdagingen zijn: partners (docenten) vinden, het contact en de uitwisseling met de docenten, de bibliothecaris en zijn nieuwe rol (van didactisch adviseur), en de formele ondersteuning door de instelling. In verband met de eerste uitdaging wordt verwezen naar de theorie van Everett Rogers (1962): 2,5% neemt een innovatie dadelijk aan, 13,5% zijn ‘early adopters', 34% behoort tot de ‘vroege meerderheid', 34% tot de ‘late meerderheid', en 16% zijn achterblijvers (http://en.wikipedia.org/wiki/Diffusion_of_innovations). Daarom is het advies in stappen te werken.

Enkele aanvullende ideeën. Het is voor docenten belangrijk de meerwaarde duidelijk aan te geven. Het project wordt als een cyclus gezien (verbeteringen aanbrengen tegen de volgende versie). Vanzelfsprekend moet er goed gecommuniceerd worden. Meerwaarde wordt ook gehaald uit samenwerking: nagaan wie welke expertise heeft en welke expertise gebruikt kan worden.

Patrick Vanouplines
Hoofdbibliothecaris Vrije Universiteit Brussel

Waarom lid van de VVBAD worden?

  • Deel zijn van het netwerk van experten en collega's
  • Mee de belangen van de informatiesector behartigen
  • Korting krijgen op de activiteiten van de VVBAD
  • Toegang krijgen tot vakinformatie
  • Participeren in de verenigingsbesturen
Word lid
© Vlaamse Vereniging voor Bibliotheek, Archief & Documentatie vzw
Statiestraat 179 | B-2600 Berchem (Antwerpen)
Tel: (+32) 03 281 44 57 | email: vvbad@vvbad.be